De Lente is nu echt lekker op gang, ondanks dat het nog niet heel warm is en het regelmatig erg hard waait. Dat weerhield mij er niet van om weer eens naar de Zouweboezem te gaan om te zien of er inmiddels nog meer zomergasten teruggekeerd zijn. Het is ook al dagen erg zonnig, waar je als fotograaf eigenlijk alleen maar van kunt balen, en daarom zat ik al op tijd in de auto om het eerste, zachte, ochtendlicht mee te pakken. Ik was de eerste op de parkeerplaats, heb snel m’n spullen gepakt en ben over het fietspad het gebied ingelopen. Bij de fruitbomen zat een Vink uit volle borst te zingen op een sprinkler, wat tegen een roze wordende lucht best een leuk plaatje gaf. Na snel nog een foto van de opkomende zon gemaakt te hebben, ben ik verder gelopen om te kijken wat er allemaal in het riet zou zitten.
In het eerste stuk trof ik een Snor en Rietzanger, dus dat begon al lekker! Het lukte me om er heel aardige foto’s van te maken in nog mooi zacht licht. Daarna kwam ik bij de vlonder en ben daar even gaan zitten. Een Krakeend vond dat geen goed idee en zwom rustig weg, een Cettis Zanger leek niet zo onder de indruk van mijn komst en kwam niet ver van me vandaan, zijn explosieve zang even laten horen. Meer kon ik niet zien vanaf de vlonder en ben ik dus weer gaan lopen richting het vlonderpad naar het kijkscherm. Net voor ik bij het pad aankwam, hoorde ik een Snor volop zingen uit het dichte riet. Ik vond hem en het lukte, ondanks het dichte riet, de snorrende zanger vast te leggen. Langs het vlonderpad hoorde ik wel het 1 en ander, maar ik kreeg niet heel veel in beeld. Een Rietzanger was de enige die ik kon vastleggen. Ik vond het opvallend dat ik zo weinig Blauwborstjes hoorde en zag. Afgelopen jaren was deze soort altijd wel een zekerheidje, dit jaar hoorde en zag ik er dus heel weinig. Ook bij het kijkscherm hoorde of zag ik er nu geen, maar dat werd goedgemaakt door 2 Bruine Kiekendieven die, weliswaar op grote afstand, een prachtige luchtshow aan het geven waren. Terwijl ik de luchtacrobaten aan het fotograferen was, hoorde ik rechts van me toch eventjes, beetje weifelend, de zang van de Blauwborst. Hij zat er dus toch! Ik kreeg hem zelfs van redelijk dichtbij aardig in beeld en later, toen hij wat verder gevlogen was, ook nog even volop zingend in uitgebloeid Fluitenkruid. Hij leek niet dichterbij te willen komen en daarom ben ik maar weer terug naar het fietspad gelopen om het verder te vervolgen richting de vogelkijkhut.
Ongeveer ter hoogte van het huisje “De Kikker” hoorde ik weer de monotone zang van een Snor. Ondanks de steeds sterker wordende wind, klom hij bovenin een rietstengel om daar in de pluim te gaan zingen. Af en toe verplaatste hij, maar telkens zocht hij weer het hoogste punt op en zo liet hij zich fantastisch zien. In een Wilg kreeg ik nog een Tjiftjaf in de zoeker en een stukje verderop een zingende Fitis. Om eindelijk ook de zang van de Fitis op z’n profielpagina te kunnen toevoegen, heb ik een stukje gefilmd waarop hij mooi te horen is. Zo kan ik het multimedia aspect van een soort weer een beetje verruimen…
In het riet in de bocht waar de vogelkijkhut staat, zat een Rietzanger te zingen. Maar hoe ik ook mijn best deed, ik kreeg de zanger niet te zien. Hij bleef verscholen onderin het riet, vanwaar ik ook het “geknor” van een Waterral hoorde. Aan de geluiden kon ik horen dat hij naar een open stuk scharrelde en ik ben heel stil blijven staan wachten om te zien of hij zich inderdaad liet zien. En dat deed hij! Het ging snel (té snel…), maar toch lukte het me om 2 foto’s van hem te maken voordat hij weer in het riet verdween. En net zoals het eerder met de Blauwborst ging, liet ook de Rietzanger zich ineens goed zien terwijl ik met iets anders bezig was. Hij kwam zelfs al zingend mooi vrij te zitten. Nadat ik wat foto’s van hem had kunnen maken, besloot hij op een andere plek te gaan zitten zingen en richtte ik m’n blik de andere kant op, de lucht in. En dat was precies op tijd! Eerst vloog er een Blauwe Reiger voorbij niet veel later gevolgd door een Purperreiger! Omdat ik uit het riet langs de Achter Wetering niet veel meer hoorde, heb ik de focus dus maar naar de buitenbocht gehouden, richting de Oude Zederik.
Na zo’n 10 minuten staren, kwamen er 2 Purperreigers over. Zo had ik er toch maar weer mooi een aantal te pakken! Maar de show werd gestolen door een Bruine Kiekendief die eigenlijk vlak voor me bleef rondvliegen en die ik dan ook erg mooi kon vastleggen. Na deze mooierd ben ik rustigaan weer teruggelopen richting het vlonderpad en de vlonder. Tot m’n teleurstelling, en misschien nog wel meer verbazing, kreeg ik niks meer te zien voor de camera. Ik hoorde af en toen wel iets uit het riet, maar kreeg niet de kans ook maar iets te fotograferen. Eenmaal aangekomen bij de vlonder vond ik daar wel de “usual suspects”. Er zwommen enkele Tafeleenden voor de vlonder langs en ook gaf een Fuut kort acte de presence. Ook werd ik weer kort weggeblazen door een Cettis Zanger, maar daar bleef het eigenlijk wel bij. Het was nog vroeg (het voordeel van vroeg beginnen) en ik twijfelde enorm wat ik zou kunnen doen: hier langer blijven in de hoop iets meer te gaan zien? Doorrijden naar de Groene Jonker, wat nog eens zo ver zou zijn, met het risico dat het daar niet anders zou zijn? Het opnieuw proberen bij fort Everdingen, waar de omstandigheden niet heel gunstig voor waren geworden? Óf naar Arkemheen rijden in de hoop dat daar misschien iets meer te zien zou zijn? Ik besloot een combinatie van 2 van deze keuzes te gaan doen: nog 1 keer tot de vogelkijkhut het pad teruglopen en daarna naar de auto om naar Arkemheen te gaan.
Toen ik van de vlonder afstapte, hoorde ik vanuit de conifeer aan de overkant van het fietspad de dwarrelende zang van een paar Puttertjes. Ook zat er een Tjiftjaf te zingen en beide wist ik leuk vast te leggen. Ook in het riet zat heel dichtbij een Tjiftjaf te zingen, maar toen ik de foto thuis bekeek, leek hij een gezicht hebben alsof hij er geen lol in had… Toen ik weer voorbij het huisje “De Kikker” was, hield een mevrouw me staande om te vragen of ik wist wat zij op het pad gevonden had. Er kroop daar een heel dikke, rode rups overheen. Ik wist het, natuurlijk, niet en ze snelde naar een man die een stukje verderop stond. Hij bleek het wel te weten en het was een Wilgenhoutrups, wat wel klopte met de plek waar hij rondkroop: onder een rij Wilgen.Ik besloot dat het nu mooi was geweest hier en ben naar de auto gelopen. Ter hoogte van de vlonder zag ik heel hoog in de verte iets rondzweven wat een Zeearend bleek te zijn. En daarmee sloot ik dit bezoek af en ben in de auto gestapt voor een ritje van 3 kwartier naar Arkemheen.
Nadat ik de Polder ingereden was en m’n vaste rondje wilde gaan afleggen, werd ik vervelend verrast door een bord aan het begin van het Nekkeveld. Er was een bord geplaatst dat aangaf dat het verboden was te stoppen/parkeren langs deze weg. Tja, en als dat dan niet meer mag wordt het lastig om iets te zien, laat staan te fotograferen. Ik ben dus maar afgedropen en naar het gemaal gereden. Ook hier was eigenlijk niets te zien en ben ik maar naar de andere kant gereden om daar langs het fietspad te gaan lopen in de hoop dat daar in het riet misschien meer te zien zou zijn.
Nou kan ik het verhaal langer maken dan het fietspad lang is, maar dat doe ik niet want er valt eigenlijk niet zo heel veel te vermelden. M’n komst naar de Polder werd goedgemaakt door een paar Kneutjes die, ondanks de ook hier zeer sterke wind, lekker aan het zingen waren in het riet en op de Bramen. Ik ben gelopen tot de het stuk met de eilandjes en daarna omgedraaid en naar de auto gelopen.
In de ochtend was het nog heel aardig geweest, maar met het feller worden van de zon en het (daardoor?) toenemen van de wind was eigenlijk de lol er toch wel vrij snel vanaf. Ik heb hele leuke dingen gezien zoals de Snor, Waterral en Bruine Kiekendief, maar voor m’n gevoel was het allemaal een stuk minder dan eerdere jaren. Waar waren de Blauwborstjes? Ik hoop dit voorjaar nog een keer de kans te krijgen naar buiten te gaan en hoop sterk dat er dan meer te zien is. Al was het maar om te zien dat ze er nog wel zijn…