Ik weet dat ik altijd beweer dat ik geen soortenjager ben. Ik weet dat ik altijd aangeef liever niet de drukste gebieden te bezoeken om te gaan vogelen. Ik weet dat ik zeg dat er bij ons in de buurt voldoende mooie en goede natuurgebieden zijn. Maar toch… Niets blijkt zo veranderlijk als ik…
Om inspiratie op te doen, en om tijd te winnen aangezien ik niet heel vaak de gelegenheid heb om er opuit te gaan, kijk ik bijna dagelijks op waarneming.nl. Ook in het nieuwe jaar wierp ik regelmatig even een blik op de site waarop toch vaak mooie soorten genoteerd worden, maar waar ik dan niet voor in de auto stap. Totdat ik op 13 januari ook weer even ging kijken wat er die dag allemaal gezien was. Ik snelde het rijtje af, maar vrijwel direct werd mijn aandacht getrokken door een vogel die op 1 dag heel vaak weergegeven was. Toen ik de waarneming aanklikte en zag dat er 7 bladzijden waarnemingen van deze vogel op 1 dag waren, werd ik toch wel heel nieuwsgierig. Het bleek om een Brileider te gaan. Een soort Eider die voorkomt in de meest noordelijk gebieden van Alaska en Siberië en overwintert in de Beringzee. Dit exemplaar had dus wel een enorme afstand afgelegd om hier in de winter in de Waddenzee een bezoek te komen brengen aan ons land. Het bleek zelfs de 3de waarneming in Europa ooit te zijn, dus dit was wel een heel bijzondere waarneming. Hoe bijzonder en wat het teweegbrengt bij vogelend en twitchend Nederland, bleek wel uit een aantal stukken dat een aantal dagen later verscheen op Dutchbirding.nl. De volgende dagen bleek op waarneming.nl dat het steeds gekker werd. Het aantal bezoekers op Texel steeg enorm en het bleek dat het nieuws van de waarneming ook over de grenzen was gekomen. Vogelaars uit heel Europa kwamen naar het Waddeneiland om de bijzonderheid met eigen ogen te kunnen zien. Bezoekers uit België, Hongarije, Engeland, Spanje, Italië… Je kon het zo gek niet bedenken… De eerste dagen dat de Eider er zat had ik nog sterk het gevoel dat ik ook daar niet voor op pad zou moeten gaan. Maar elke dag keek ik weer even en de vogel bleef maar aanwezig en zo af-en-toe verschenen er prachtige foto’s van deze heel bijzondere vogel. Na een kleine week begon bij mij toch wel heel sterk de twijfel in te treden of ik er toch ook niet heen zou moeten gaan. De maandag, precies 1 week na de eerste waarneming, zou het droog zijn in het noorden van het land en was ik een dag vrij… Maar ja: het is wel een heel eind rijden en ik ben toch zeker geen soortenjager? Maar maandagochtend kwam en de twijfel was voorbij: jager of geen jager, ik kon deze prachtige vogel van 1 van mijn favoriete soortgroepen niet weer laten vertrekken voordat ik hem ook gezien had. Kortom: ik ging naar Texel!
En zo zat ik rond 9uur in de ochtend in de auto richting het noorden, zonder dat er al een waarneming van de Brileider die dag genoteerd was… Ik had mijn telefoon voor me in de auto geklikt en gebruikte deze voor navigatie. Zodoende kon ik ook, terwijl ik even vaststond in een file, snel kijken of hij alweer gezien werd. Het duurde tot voorbij Utrecht dat de eerste waarneming verscheen en dus kon ik vol goede moed verder toen de file weer opgelost was. Om ongeveer 2 minuten voor half 12 reed ik de baan op richting de veerboot die om precies half 12 vertrok. Strakke timing! Op de boot ben ik wat gaan rondlopen en op het buitendek trof ik enkele Italianen die ook opweg waren naar de Eider. Mijn reis viel daarmee vergeleken misschien toch nog wel iets mee. Toen er omgeroepen werd dat we weer plaats moesten nemen in de auto’s, heb ik weer even gekeken of er al meer waarnemingen geplaatst waren en gelukkig bleek dat het geval. Ik heb de laatste aangeklikt en de coördinaten hiervan gebruikt om de navigatie in te stellen. Dus toen we weer van het veer afkonden, kon ik direct koers zetten naar de plek waar hij zou moeten zitten: De IJzeren Kaap aan de Lancasterdijk.
Op een parkeerplaatsje onder aan de dijk stonden al enkele auto’s, maar ik kon er gelukkig nog makkelijk bij. Toch wel een beetje nerveus en opgewonden ben ik snel uit de auto gestapt, heb m’n spullen gepakt en ben snel naar de trap over de dijk gelopen. Op de trap kwam ik 2 jongens tegen en ik kon het niet laten, dus ik vroeg aan hun: “En? Zit hij er nog?” Ze antwoordden dat hij er inderdaad nog zat en dat ik een stukje naar links moest lopen en dan vanzelf een hele groep mensen tegen zou komen. Daar zou hij wel te zien zijn. De grote groep vogelaars had ik inderdaad al snel gevonden en kon het grote Waddenzee-speuren beginnen. Een aantal aardige mensen wezen me welke richting ik op moest zoeken, maar ik vond in eerste instantie alleen gewone Eiders. Door alle foto’s die ik eerder op waarneming.nl had gezien, wist ik wel waar ik op moest letten en toen een vogelaar wist te vertellen dat hij bij enkele stokken in het water rondzwom, kreeg ik hem eindelijk in de kijker. Ik had de Brileider gezien! Nu ik wist waar ik moest kijken heb ik snel m’n spullen geïnstalleerd en ben gaan proberen hem vast te leggen. Een uur nadat ik op de veerboot gereden was, kreeg ik hem in het vizier en kon ik mijn eerste plaatje maken. Hij zat op erg grote afstand (iets wat je vaak teruglas op waarneming), maar met wat croppen en spelen met de belichting was hij zeker te herkennen. Tja en dan keert de rust weer een beetje terug en had ik het geduld om rustig af te wachten wat de vogel zou doen. Het leek na een tijdje alsof hij heel langzaam iets dichterbij kwam en de foto’s werden dan ook steeds een beetje duidelijker. Terwijl ik hem stond te bekijken en mijn kansen afwachtte, raakte ik aan de praat met 1 van de vogelaars. Hij bleek ook uit Ede te komen (hoe toevallig is dat?) en hij was min of meer voor de Eider gekomen, maar verbleef al sinds het weekend op Texel om ook nog verder te vogelen. De Eider had hij alle dagen al kunnen zien en hij had er al mooie foto’s van kunnen maken. Verder vertelde hij dat hij ook naar de Slufter was geweest waar hij hele groepen Fraters en Strandleeuweriken had gezien. Dat was natuurlijk ook heel interessant… Misschien als ik dacht hier klaar te zijn?
De Brileider (je moet een beetje meedeinen…)
De Brileider kwam inderdaad steeds iets dichterbij. Even was hij samen te zien met een andere bebrilde Duiker, maar toen hij zich aansloot bij een groepje gewone Eiders, kwam hij echt dichtbij en kreeg ik plaatjes waar ik eerder alleen van had kunnen dromen. Al die tijd had ik op de dijk gestaan en kreeg ik het idee of ik niet naar beneden kon gaan om onderaan bij de basaltblokken te gaan zitten om hem nog beter te kunnen zien. Ik vroeg aan mijn mede-Edese-vogelaar of ik dat zou kunnen doen en of ik daarmee de vogel niet zou afschrikken. Hij wist meteen te vertellen dat ik dat gerust kon doen: de afstand was nog steeds heel behoorlijk en dat hij eerdere dagen anderen dat ook had zien doen en de vogel leek zich er niks van aan te trekken. Daarop ben ik snel naar beneden gelopen en gaan zitten net voor de basaltblokken een beetje links van de vogel omdat hij die kant opzwom. En zo kreeg ik de foto’s die ik dolgraag wilde maken. Ik ben verschillende keren opgestaan om heel snel verder naar links te gaan (wat zwemt die vogel hard!) om zoveel mogelijk te profiteren van het feit dat hij behoorlijk dichtbij zat (zwom).
Even gestaag als toen hij dichterbij kwam, zo gestaag zwom hij ook weer verder de zee op. En zo verdween hij langzaam uit beeld en had ik 1½ uur kunnen genieten van dit heerlijke schouwspel. Het was koud, het waaide, het was redelijk donker en toch was dit een perfecte dag geweest. Wat wil je nog meer dan aan zee staan, de elementen te voelen terwijl je bezig bent een prachtige vogel te zien en fotograferen (die ook nog eens een enorme zeldzaamheid is)? Nou…
De opmerking over de Fraters en Leeuweriken in de Slufter hadden me natuurlijk al eerder aan het denken gezet. Het was pas 2 uur en ik had nog best heel even… En hoe vaak ben je nou helemaal op Texel? De beslissing was dus snel gemaakt. Ik heb m’n spullen weer opgepakt en ben weer in de auto gestapt om het Eiland over te steken richting de Noordzee om een bezoek te brengen aan de Slufter. Na een kleine 20 minuten parkeerde ik de auto onderaan de duinen bij de Slufter en ik ben snel de trap opgelopen om het duin over te steken. Toen ik bovenaan kwam zag ik aan het begin van het pad het gebied in, een aantal mensen lopen, maar verder leek het er rustig. Ik ben snel de trap afgelopen om richting het strand te gaan en richting het afgezette stuk waar nu de Fraters en Strandleeuweriken zouden kunnen zitten en waar ik eerder al eens Dwergsterntjes heb kunnen zien.
In het eerste gebied, het kwelder gedeelte, zag ik niks waardoor ik wel lekker kon doorlopen. Ik kwam dan ook al vrij snel bij het touw rondom het afgezette gebied aan en zag daar wat Bonte Strandlopertjes en Bergeenden. Een groepje vogelaars stond een eindje verderop en ik ben voorzichtig, met een beetje een omtrekkende beweging richting het groepje gelopen, aangezien zij behoedzaam een groep vogels stonden te observeren. Ze stonden uitgebreid naar de hoek van het terrein te kijken en toen ik bij ze was gekomen, vertelde 1 van hen dat er Strandleeuweriken en Fraters zaten. Het was op behoorlijke afstand, maar ik bedacht dat ik niet dichterbij moest proberen te komen, omdat deze mannen ook alle voorzichtigheid in acht hielden om de vogels maar niet te verjagen. Gelukkig waren de vogels zelf niet bang dat ze ons zouden verjagen en kwamen af en toe een beetje dichterbij. Ook wij konden een klein beetje in hun richting lopen en zo werd de afstand toch iets kleiner. De weersomstandigheden (lees: lichtomstandigheden) werden er helaas niet beter op. Ik moest met enorme iso’s werken om toch nog iets te kunnen zien, maar zelfs daarmee was het moeilijk. Af en toe schoot ik maar een beetje in de richting waarvan ik dacht dat de vogels zouden zitten, of waar ik ze als laatste met m’n verrekijker had gezien. Op een gegeven moment vloog er een grote groep weg, wat de Fratertjes bleken te zijn, maar kwamen de anderen juist weer wat dichterbij. Zo heb ik in het half duister nog behoorlijk wat foto’s gemaakt van de Strandleeuweriken op verschillende plekken rondom het draad totdat ook zij opvlogen om meer verscholen tussen de begroeiing te gaan zitten. De andere vogelaars gaven aan dat ze weer gingen en toen ik zag dat het al tegen 4en liep, besloot ik met hen mee naar de auto te wandelen. We hebben nog even gezellig gepraat en een allerlei aan wetenswaardigheden uitgewisseld waarbij de rode draad toch wel de Brileider was. Ook zij hadden enorm genoten van het zien van deze zeldzaamheid en hadden de trip er absoluut voor over gehad.
Vanaf de Slufter ben ik rechtstreeks naar de veerpont gereden, maar de timing bleek nu wat minder gunstig. Ik was ongeveer een kwartier te laat en moest ruim een half uur wachten. Maar ook aan dat wachten kwam een einde en om 17uur stond ik op het veer met een kaasbroodje en een kop koffie. Langzaam voeren we weg van Texel met zijn bijzondere bezoeker en doemde Den Helder door de regen alweer op. De terugreis ging behoorlijk vlot en zo was ik rond 20uur weer thuis en had ik er 12 uur opzitten om 1 vogel te gaan bekijken. En het was het iedere minuut waard geweest! Wat een prachtige vogel in een prachtige omgeving! En wat een leuke mensen heb ik ontmoet met allemaal dezelfde passie en beetje gekte om van ver naar een vogel te komen kijken (en sommigen dus van heel ver…).
Ik weet niet of ik het nog heel vaak zal doen, maar door het maken van deze uitzondering werd ik toch wel een beetje blij…!
ps: tot op heden (23-03-2025) zijn de aantallen bezoekers, waarnemingen en foto’s tot ongekende hoogten gestegen (en dan hebben niet eens alle waarnemers hun observatie gedeeld op de site…):
De statistieken van ruim 2 maanden Brileider…