browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (langs de 891 en Båtsfjord), 7 juni

Posted by on 7 juni 2024

 

Dag 5

 
De 5de dag alweer… Het gaat zo ontzettend snel! Ik heb eigenlijk geen uitgesproken plan waar ik heen zou willen, ik weet wel wat ik mooie plekken vind en waar ik eerder mooie dingen gezien heb. Gisteren was ik weer richting het oosten gegaan (waarbij ik ook nog geprobeerd had Komagvær in te rijden, maar de “weg” was zo slecht dat ik het niet durfde helemaal tot het einde te gaan en daarom omgedraaid ben en maar doorgereden ben tot Vardø), vandaag weer naar het westen en noorden. Niet heel afwisselend, maar altijd interessant!

Landschappen onderweg…

Het was weer schitterend weer, strakblauwe lucht, waarvan ik juist hoopte dat het deze keer misschien wat minder zou zijn. Voor de foto’s wel net zo fijn… Ondanks de zon zag ik bijvoorbeeld geen Ruigpootbuizerds in Mortensnes, een plek waar je ze zeker zou kunnen verwachten. Het lijkt dat ook zij last hebben van het gebrek aan muizen. Spijtig…
Eerste stop: Nesseby. Op het wad rechts naast het Kerkje vond ik alleen enkele Rosse Grutto’s en ben ik dan ook maar snel doorgereden richting Varangerbotn. Ik twijfelde of ik daar de schuilhut bij het Várjjat Sámi Musea (Varanger Sami Museum) zou bezoeken, maar omdat ik dan toch enorm tegenlicht zou hebben, besloot ik dat niet te doen en door te rijden. Sterker nog: ik ben helemaal doorgereden tot voorbij Austertana (geen Sperweruilen) en ben de hoogvlakte opgereden. De eerste stop die ik daar deed was bij het kleine bosje met Wilgen bij de camperplek waar ik vorige keer de Blauwborst en Koperwiek had gehoord. Nu hoorde en zag ik er een prachtig Barmsijsje waar ik zeker wel even voor wilde stoppen. Daarna ben ik tot Gednje alleen nog gestopt voor een laag overvliegende jonge Zeearend (die ik hier nog niet heel vaak had gezien), een Fitis in heel lelijk licht en een Koperwiek verborgen tussen de takken. Van grote afstand had ik al gezien dat er boven de hoogvlakte geen wolkje te zien was en eenmaal aangekomen in Gednje bleek dat zeker het geval te zijn. Op de verschillende meertjes was het erg rustig, óf was het zo’n hard licht dat het niet de moeite was te proberen er redelijke foto’s te maken. Ik ben daarom het stukje doorgereden op de 890 tot het “moerasgebiedje” waar ik ook al niet zo heel veel zag, behalve een IJsgors die steeds wat dichterbij hupte toen ik rustig langs de kant van de weg was gaan zitten.

En maar weer eens een special: de Kleine Strandloper!

Toen weer terug naar Gednje zelf waar ik in de verte eindelijk de eerste Ruigpootbuizerd zag. Ook niet de plek waar ik hem als eerste had verwacht, waarschijnlijk een exemplaar op doortrek. Gelukkig hoorde ik wel weer het blaten van een baltsende Watersnip en lukte me het, min of meer, met m’n nieuwe camera hem in de vlucht te vangen. De Blauwborst die ik eerder hier ook al gehoord en gezien had, liet zich ook nu weer goed horen, maar een stuk minder goed zien. Op 1 foto die ik gemaakt had bleek dat ik op wat anders aan het focussen was dan de vogel (tegenlicht en minder wordende ogen zijn niet per se handig), maar toen hij weer op de ontsierende draad ging zitten, kreeg ik hem wel goed in focus, maar tja, die setting… Na het vastleggen van een voorbij vliegende Noordse Stern ben ik weer richting Båtsfjord gereden.
Als eerste ben ik gestopt bij het grote meer het Magistervatnet. Ik heb de auto neergezet op de camperplaats om even van het uitzicht te genieten, vogels had ik er niet gezien. Nadat ik wat foto’s gemaakt had van het meer, zag ik rechts van me, weer recht tegen de zon in, 2 vogels op de planten die in het water lagen aan het foerageren. Ik heb er een foto van gemaakt, maar kon nu zelfs niet herkennen wat het waren. Ik heb een omtrekkende beweging gemaakt om de zon in de rug te krijgen en op die manier in ieder geval de kleuren van de vogels te kunnen herkennen. Tot mijn vreugde herkende ik ze nu meteen en bleken het weer Kleine Strandlopers te zijn. Zonder ze te storen kon ik mijn positie steeds iets beter krijgen en zo kon ik weer heel aardige foto’s maken van deze heel leuke soort.

Special: Alpensneeuwhoen
De IJseend vanuit een liggend (nat!) standpunt

Hierna ben ik weer teruggeslopen naar m’n auto en heb mijn weg weer heel rustig verder vervolgd. Na een half uur geconcentreerd rondstaren zonder iets te zien, zag ik aan de linkerkant van de weg iets wits bewegen. Eigenlijk kan dat maar 1 ding zijn en ook nu bleek dat zo. Er liep een Alpensneeuwhoen rond die steeds wat dichterbij kwam en ik zelfs in dit licht nog best aardig kon vastleggen. Na weer een klein half uur “cruisen” kwam ik bij een meertje waar een IJseend op zwom. Het was een beetje als vorig jaar toen ik bij een soortgelijk water vliegende IJseenden, Grauwe Franjepootjes, Alpensneeuwhoenders en Wintertalingen zag. Op dit watertje was het wel een stuk rustiger, maar de IJseend is natuurlijk wel heel fijn om voor de lens te hebben. In een praatje dat ik had met Gerard en Vincent, vertelden zij wat en hoe zij doen om het perfecte plaatje van bijvoorbeeld watervogels te maken. Zoals te zien is bij hun actiefoto van het maken van foto’s van de Geelsnavelduiker, geeft een laag standpunt, net boven het water, iets extra’s aan de foto. Ik bedacht dat ik dat hier best kon gaan proberen en ben het talud afgegaan en ben steeds iets dichter bij het water gaan zitten. Op het moment dat ik het gevoel had dat ik niet dichterbij moest komen, ben ik gaan liggen en heb foto’s kunnen maken op het niveau van het wateroppervlak. Ik ben het niet vaak eens met fotografen die vinden dat een bepaalde soort op een bepaalde manier vastgelegd moet worden (Gele Kwikstaarten op gekleurde Tulpen, Boomklever in karakteristieke houding), maar met de tip van mijn hotelgenoten was ik het wel eens. Het kostte me een kletsnat pak, de bodem was net aan het ontdooien, maar van verschillende resultaten werd ik best blij. Toen ik deze knapperd van voor, achter, links én rechts vastgelegd had en ik koud en nat genoeg was, ben ik in 1 keer doorgereden naar Båtsfjord.
Ook op het Straumsnesvatnet bleken IJseenden te zitten. Er zwom een koppeltje vrij ver van waar ik de auto had staan, maar ik dacht dat leuk zou kunnen zijn hier de nieuwe “techniek” weer te gebruiken. Ik ben naar het wateroppervlak afgedaald tussen en over enorme rotsblokken door en vond een plek waar ik kon zitten en m’n statief neer kon zetten. En tot mijn grote verbazing leken de IJseendjes mijn kant op te zwemmen. Vanwege de felle zon waren de foto’s niet het allermooist, maar toch was ik ook nu niet ontevreden.

De kers op de taart: de Parelduiker
De omgeving van Båtsfjord

Terwijl ik bezig was met de IJseenden, hield ik het hele water wel goed in de gaten en daarom zag ik op een bepaald moment iets heel ver aan de overkant zwemmen. Natuurlijk m’n verrekijker er meteen op gericht en ja hoor: het bleek weer een Parelduiker te zijn! Geweldig! Maar…: wat zat hij weer ver weg… Ik bedacht dat ik hetzelfde kon proberen als dat ik eerder met de Brilduikers had gedaan: met de auto terugrijden, parkeren en dan langs de vangrail een stukje teruglopen. En zo ben ik snel in de auto gesprongen, een stukje teruggereden en hem geparkeerd op een soort parkeerplaatsje aan het Indrefjord. Van daar ben ik gaan lopen langs de weg waarmee je Båtsfjord binnenrijdt om een plek te zoeken met zo gunstig mogelijk uitzicht op het water (wat lastig was in verband met de bomen die er ook staan). Ik vond de plek uiteindelijk wel, maar vanaf daar was de afstand nog steeds groot plús dat je een stuk hoger stond dan aan de overkant. Ik bedacht daarom te proberen van het enorm steile talud af te dalen om ook hier zo’n beetje aan het water te komen. En dat lukte! Of ik ooit weer omhoog zou komen vroeg ik me op dat moment nog niet af… De Parelduiker, die dit tafereel vanaf het water had liggen bekijken, leek het wel interessant te vinden en ook hij wilde wel wat dichterbij komen. Niet heel dicht, maar dicht genoeg om goede foto’s van deze schitterende vogel te kunnen maken. Ik heb me weer helemaal wild zitten schieten en zag opeens in m’n zoeker dat de batterij van m’n camera leeg was… Wat dom: ik had m’n fototas in de auto laten liggen en zou niet heel veel foto’s meer kunnen maken. Stel nou dat hij nóg dichterbij zou komen… De Duiker zwom langzaam voorbij naar een plek rechts van mij en verdween een beetje achter de bomen langs de rand van het water. Ik dacht dat ik hem daar misschien wel weer ongezien zou kunnen benaderen en ben tegen het talud opgeklommen, ben als een speer naar de auto gerend, heb een nieuwe batterij in m’n camera gedaan en ben als een zelfde speer naar de plek gelopen waar ik de Duiker naartoe had zien zwemmen. Tussen de bomen door zag ik dat hij nog dichter naar de kant was gezwommen en ik hoopte dat hij daar dan even zou blijven. Maar helaas: op het moment dat ik hem naderde (nog boven op het talud) vond hij het toch genoeg en steeg hij op en vloog over me heen weg. Wat ontzettend jammer. Ik had niet gedacht dat ik hem zou storen, want dat is echt het laatste dat ik zou willen. Er bleef me dus een afdaling bespaard en ik ben weer teruggegaan naar de auto. Daar aangekomen zag ik een klein stukje verderop iets aan de oever van het Indrefjord liggen. Dit bleek een Roodkeelduiker te zijn die bijna op de kant zat. Van zo dichtbij had ik er nog nooit 1 gezien, maar ook hij vond de afstand blijkbaar iets te klein en zwom rustig van me weg.

Het andere beestje van vandaag
Een ode aan de IJsgors, maar eigenlijk aan de Gors in het algemeen!

Ik heb het Indrefjord nog even gescand en zag iets vreemds in het water. Ik wist niet meteen wat het was, het zat ver weg, maar het lukte om er een foto van te maken en toen ik deze inzoomde, bleek het de neus van een Zeehond te zijn. Toch ook heel leuk. Daarna ben ik weer in de auto gestapt en naar Gednje gereden.
Bij Gednje aangekomen heb ik eerst staan posten bij het “moerasje” aan de 890. Terwijl ik daar zo stond met de raampjes open, hoorde ik het geluid wat ik inmiddels herkende als dat van een Watersnip. Gelukkig vond ik de goed gecamoufleerde vogel (Watersnipjes zijn altijd leuk) en wist hem te vereeuwigen. 2 Andere soorten die acte de présence gaven kwamen uit de Pieper-familie. Eerst verscheen er een Graspieper, daarna een Roodkeelpieper. Omdat de tactiek van “het naast de auto gaan zitten bovenaan het talud” eerder ook had gewerkt, bedacht ik dat hier ook maar weer toe te passen. Ik ben rustig gaan zitten en kreeg als eerste een IJsgors in het vizier. Hij zat ver weg op een groot rotsblok te zingen, maar kwam na een tijdje ook dichterbij. Hij bleek niet alleen te zijn en scharrelde daar met zijn vrouwtje rond. Na enige tijd ging hij op een rotsblok een stuk dichterbij zitten en hierdoor kon ik hele aardige foto’s maken van deze kleurrijke Gors (en in al zijn eenvoud lijkt de Rietgors best op hem…).

Weer terug bij Gednje…

Weer iets doorgereden naar de meertjes van Gednje. Daar heb ik een tijd gestaan bij enkele Wilgjes waar ik eerder Barmsijsjes had gezien. Ook de IJsgors had ik hier in de buurt horen zingen, dus misschien wilde hij zich hier ook even laten zien. In eerste instantie leek er niet veel te zitten wat ik kon zien vanaf mijn uitkijkpost, maar na een tijdje zag ik heel ver weg, aan de overkant van het water, een Alpensneeuwhoen. Toen ik bezig was deze op de foto te zetten, hoorde ik weer het Waka,Waka,Waka,Waka… geluid van de Watersnip. Ook nu vond ik de maker van het geluid op een heuveltje, goed beschut tussen de begroeiing. Maar heel lang kon ik hem niet op scherp houden, want de IJsgors had voor deze keer een andere tactiek bedacht om zijn zang te laten horen en wel in een baltsvlucht recht over m’n hoofd. Het leek net een heel hard zingend Engeltje… Het leek erop dat de Gors niet van plan was dichterbij te komen en dus ben ik als laatste halte nog naar de 2 plassen gereden die tegen de T-splitsing aan liggen. Op een heuveltje midden in een open veld zat een Moerassneeuwhoen op de uitkijk. Ik heb een paar foto’s van hem gemaakt waarop ik ook iets voor het eerst vastgelegd heb. Op de overzichtsfoto is in de verte een fotograaf te zien die net door het veld (waarom???) gelopen was en over de weg weer terug kwam lopen. Ik vind het opvallend hoeveel meer vogelaars/fotografen ik deze keer tegenkom in vergelijking tot mijn eerdere bezoeken. Wat mij betreft een best spijtige constatering. Maar goed. Ik moest maar weer eens gaan.
Het was inmiddels bijna 6uur en ik zou deze avond weer mee-eten. Onderweg ben ik nog 1 keer gestopt toen ik vanuit de auto een Watersnip rond hoorde gaan. Het lukte me niet hem met m’n nieuwe camera in focus te krijgen, dus heb ik de 70-300 op de 5D IV gedraaid en daarmee lukte het wel de Snip scherp te krijgen. Ik zal moeten blijven oefenen, maar ben nog steeds heel blij dat ik m’n 5D nog af en toe kan gebruiken…
Zonder verdere stops (geen Sperweruil) was ik rond half 8 weer in Vestre Jakobselv. Het was weer een heel geslaagde dag met een prachtige IJseend en Parelduiker op wateroppervlak niveau. Dit ga ik zeker vaker proberen. De foto’s van de verschillende soorten denk ik dat ik ondertussen een heel eind heb. Het wordt tijd om andere foto’s te maken, andere standpunten, andere uitsneden. Gelukkig heb ik nog 2 dagen waarin ik misschien iets kan proberen. We gaan het zien…
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Vorige  Volgende