Zoals ik al in de stukjes over de Wageningse Nevengeul schreef, houdt onze dochter erg van paarden en paardrijden. Nou wil het dat Jaap 4 paarden heeft: 3 IJslanders en een Shetlander. Ze is verschillende keren mee geweest naar Jaap om met de paarden bezig te kunnen zijn en af en toe een stukje te rijden. Nou kwam het zo uit dat ze deze zondag ook weer kon komen en tja… iemand moet haar brengen…
Zo reden we samen op zondagochtend naar Loenen met heel verschillende doelen: mijn dochter om weer lekker met de paarden bezig te gaan zijn en ik om toch nog maar weer eens te kijken of de Draaihals zich misschien ergens gesetteld had.
Ik zou weer een enorm lang verhaal kunnen schrijven over hoe ik tussen de verschillende plekken heen en weer gegaan ben en hoe ik, helaas, de Draaihals niet meer gevonden heb. Gelukkig heb ik nog best wat aardige foto’s kunnen maken van een Boomkruipertje (waarschijnlijk weer het mannetje wat ik een vorige keer daar ook al gezien had) en op verschillende plekken kon ik leuke opnamen maken van een luid zingende Boompieper.
Maar het meest blij was ik toch wel van de Wespendief die vlak langs het huis voorbij vloog. De foto’s waren niet de aller mooiste, maar met z’n gele oog is hij wel onmiskenbaar.
En dat was het wel. Mijn dochter heeft zich weer heerlijk vermaakt met de 4 paarden en ik had een gezellige dag met Jaap en de paar vogels die ik voor de lens kreeg. Ik was best tevreden en kon misschien ook niet te veel wensen: morgen zou ik weer vertrekken… Naar Noorwegen!