Uiteindelijk wist ons vliegtuig het luchtruim én de goede koers te vinden en vlogen we zo’n 2 uur later over de Cataratas del Iguazú. Wat een spectaculair uitzicht!
Nadat we geland waren, vonden we een taxi naar het stadje en raakten aan de praat met de taxichauffeur. Hij sprak Engels, wat wel een keer prettig was, en kon ons dan ook een hoop vertellen. Zijn advies was om deze middag nog naar het Braziliaanse gedeelte van de watervallen te gaan, aangezien dit een kleiner gebied is en we niet heel veel tijd meer hadden. Omdat hij zo behulpzaam was, hebben we de chauffeur weer gevraagd ons dan naar Brazilië te brengen. Bij de grens gaf het, om Brazilië in te komen, weer het nodige oponthoud, maar het lukte en we konden de watervallen voor het eerst bezoeken. Het uitzicht op de Cataratas do Iguaçu zou vanaf de Braziliaanse kant het mooist zijn. Omdat we nog geen vergelijking hadden, was dat moeilijk te zeggen, maar ik zou het zo maar kunnen geloven! Wat een ontzettend mooie omgeving en wat een ontzettend mooi gezicht! Iguaçu betekent “Groot Water” in het Guaraná en ik denk dat dat een terechte naam is. Zeker de Garganta do Diabo (Garganta del Diablo in het Spaans) ofwel The Devil’s Throat, is de grootste van de vele watervallen in het gebied en met recht Gigantisch. Via allerlei looppaden en vlonders heb je prachtige uitzichten op de verschillende watervallen en we hebben er een hele tijd rondgelopen om alles in ons op te kunnen nemen. Het was trouwens wel wennen aan de omstandigheden: we waren aangekomen in de subtropen en deze deden hun best tropisch te lijken. Het was erg warm en nog meer vochtig. Heerlijk!
26 Februari bezochten we de Argentijnse kant, de Cataratas del Iguazú. Dit gebied was veel groter en uitgebreider en we hebben dan ook delen met de bus, trein en mega landrover gedaan. Het meest spectaculair was wel een boottocht met een speedboot door de watervallen. Ik geloof niet dat we er écht doorheen gevaren zijn, maar zo voelde het wel en zo nat waren we ook! De uitzichten over de watervallen , de paden door het hele park waren weer prachtig en we hebben een heerlijk dag gehad. Ik heb ook best wat vogels gezien en kunnen fotograferen, maar helaas zat daar de Roetgierzwaluw niet bij. Deze Gierzwaluw is het symbool van de watervallen, en staat er bekend om dat hij door de watervallen heen vliegt om daarachter aan de wand te rusten…
We wilden nog een laatste uitstap maken op onze laatste dag in de subtropen en we hebben met onze vaste taxichauffeur de rit naar Paraguay, via Brazilië, gemaakt. De grensovergangen gingen nu lekker vlot en we hebben weer een stempel erbij in ons paspoort van Paraguay. Toch ééntje waarvan ik dacht er niet snel een te hebben. Op de terugweg hebben we nog een Avifauna-zoo bezocht, met voornamelijk vogels uit de tropen (allerlei soorten die we hàdden kunnen zien, maar wat niet gebeurd was).
Maar eigenlijk het mooiste van deze dag vond ik een stop die we maakten toen we weer terug waren in Puerto Iguazú bij de Hito de Las Tres Fronteras, Monument van de drie Grenzen. Dit is een monument aan de Argentijnse kant van de Paranà rivier wat uitkijkt over de 2 aangrenzende landen, Brazilië en Paraguay. Toen we er aankwamen ging er een kleine rilling door me heen om 2 redenen: ik kende deze plek. Ik had hem eerder gezien op een DVD van Boudewijn Büch toen hij hier ook eens was. Alles klopte met hoe ik me die beelden herinnerde: de Mijlpalen op de 3 de oevers van de 3 landen, de kleuren van het omringende woud en de rivier en de warmte (een soortgelijke ervaring had ik eens eerder met beelden van Boudewijn Büch. Toen ik op stage in Suriname was en we Nieuw Amsterdam bezochten, kwam ook deze plek me bekend voor en bedacht dat ik deze eerder in een uitzending van Büch had gezien. Een zelfde soort rilling toen…). De tweede reden van de rilling was het besef van waar ik op dat moment stond. Midden in Zuid-Amerika tegenover 2 landen en in een land waar ik als kind over las en plaatjes van keek in boeken en die onbereikbaar leken. Landen met in het wild levende dieren als Jaguars, Papegaaien en Toekans en hitte en stortbuien en Capibaras. Het was meer dan enorm Bijzonder.
’s Middags rond een uur of 4 moesten we weer een beetje landen met beide voeten op de grond om het vliegtuig te kunnen nemen, terug naar Buenos Aires.
De volgende dag, 28 februari, vetrokken we weer richting huis. Met twee redelijk voorspoedige, maar vermoeiende vluchten, kwamen we weer aan op Schiphol en zat ons grootse avontuur er weer op.
Het is een reis geworden om werkelijk nooit te vergeten. Alles wat we gezien en meegemaakt hebben zal me voor altijd bijblijven. Ik vind het ontzettend moeilijk om hét hoogtepunt te benoemen omdat de hele reis een aaneenrijging van hoogtepunten was. Misschien dat ik wel het meest bijzondere vind dat we op plaatsen zijn geweest waar ik veel over gelezen en gehoord heb, maar waarvan ik dacht er nooit echt te komen: Santiago de Chile (op de heenweg), de Andes, Antarctica, Kaap Hoorn, Vuurland, Perito Morino, de Torres, Buenos Aires, Iguazú… Stuk voor stuk magische namen en gebieden en wij hebben de mogelijkheid gekregen een beetje van deze magie écht te ervaren! ONGELOFELIJK!!!