Na een lekkere frisse nacht waren we de volgende ochtend al weer vroeg op het schip en voeren we tijdens het ontbijt door naar Petermann Island waar we met de zodiacs aan land werden gezet bij een aantal nieuwe Pinguïnkolonies. Eerst kwamen we bij een kolonie Adeliepinguïns. Weer een nieuwe, mooie soort met herkenbaar oogringetje. Er vlakbij zaten enkele Keizeraalscholvers te broeden. Nog wat verder op het eiland zat ook nog een kolonie Ezelspinguïn.
Wat een leven, wat een kakofonie, wat een geur! Aangezien Pinguïns allerlei dieren uit de zee eten en deze ook weer uitscheiden, ruikt het niet heel fris in en om een Pinguïnkolonie. Ook wordt er overal om je heen geroepen: partners die elkaar zoeken, ouders die hun jongen zoeken en jongen die hun ouders zoeken. Ook moeten belagers met veel geluid op afstand worden gehouden en zo is het een heel levendig geheel.
In de middag stond er weer een zodiac-excursie op de planning (zo werd het dagelijks ingedeeld: een zodiac-excursie en een landing verdeeld over de dag). Ditmaal ging de tocht door Waddington Bay. Een enorme gletsjer kwam uit in deze baai en hij lag dan ook bezaaid met ijsrotsen en ijseilanden. Hierop lagen over de hele baai verspreid verschillende “Seals”: de Leopard Seal ofwel Zeeluipaard, de Crabeater Seal ofwel Krabbeneter en de leukste, de Weddell Seal, wat de Weddellzeehond is. Krabbeneters zijn ook mooie, rustig ogende dieren, maar de Zeeluipaarden zijn ontzagwekkend en beangstigend. Hun blik lijkt al dodelijk, laat staan hun bek met enorme rij tanden.
We voeren rond door deze prachtige baai onder een strakblauwe lucht en zipten van een stukje ijs, opgevist uit het water.
Weer terug aan boord hebben we weer heerlijk gedineerd en voer de Vavilov weer langzaam noord. Toen het begon te schemeren bereikten we het Lemaire Kanaal weer en voeren deze in tegengestelde richting weer door.