browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (Gednje & pad naar Ordo), 9 juni

Posted by on 9 juni 2024

 

Dag 7

 
Dag 7… M’n laatste dag alweer. De avond hiervoor had ik een gesprekje met 1 van de medewerksters van Varangertunet en zij vertelde mij dat er in de Jakobselv serieuze watervallen te vinden zijn. Ook zou er een vistrap in liggen waar je Waterspreeuwen zou kunnen zien. Dit is de 4de keer in het voorjaar dat ik hier ben en ik heb nog niet 1 keer de moeite genomen om langs de rivier te gaan kijken. De enige keer dat ik dat min of meer gedaan had, was in maart 2017, mijn eerste bezoek aan Varanger, toen ik tijdens een sneeuwscootersafarie hier rondgereden (gegleden) ben. Ik had dus bedacht dat ik de watervallen (en misschien wel de Waterspreeuw) als eerste zou gaan zoeken en dat ik daarna toch weer naar de hoogvlakte zou gaan met een eerste tussenstop in Varangerbotn en Karlebotn. Waarom ik weer een keer de tocht langs de Tanaelva en de hoogvlakte op wilde maken, was vanwege 2 redenen: op de eerste plaats leek het weer deze dag meer fotografie-geschikt te worden en op de tweede plaats miste ik al voor 4 jaar 1 soort die op de hoogvlakte leeft en ik nog maar 1 keer zeker gezien heb (op mijn tocht met gids Anders) en 1 keer zeer onzeker vorig jaar toen ik in een halve sneeuwstorm de hoogvlakte weer aan het verlaten was (2 bruine bolletjes langs de weg). Wel heb ik deze soort 1 keer goed met absolute zekerheid gezien. Ik ben, toen ik een jaar of 14/15 was in mei 1983 en in 1984, 2 keer mee geweest op een vogelkamp van het Wereld Natuurfonds naar Schiermonnikoog. Ik kan me er nog best veel van herinneren en weet in ieder geval dat ik het heerlijk vond. Een weekend met een groep jongeren en een paar gidsen over het eiland rondstruinen en heel veel nieuwe soorten zien. Ik zag daar m’n eerste Grauwe Klauwier, Houtsnippen, Steenlopers, Eiders en nog heel veel meer, maar zeker ook een Morinelplevier. Ik zie hem zelfs nog voor me. Hij zat op een dijk en leek heel tam. Van een niet te grote afstand konden we hem observeren. Maar dat is dus nog slechts een herinnering. Ik kan zelfs de foto’s van het kamp (ik was toen ook al bezig met fotograferen) niet meer vinden…
Met de site die Vincent me doorgegeven had, had ik gevonden dat er Morinelplevieren langs een weg op de hoogvlakte te vinden zouden zijn. Ik had deze weg op 1 van de eerdere dagen deze week al gezien, maar zag toen nog geen goede reden hem te volgen (ik had geen idee waar hij heen zou lopen), maar nu had ik wel een heel goede reden: de Morinelplevier. Misschien kreeg ik de kans nieuwe foto’s van deze mooie soort te maken.

De Jakobselv in volle glorie…

Maar eerst opzoek naar de Waterval. Wanneer je de Jakobselv in westelijke richting oversteekt en dan afslaat naar de shelter van Biotope, kun je een stuk doorrijden parallel aan de rivier. Je rijdt door een vrij dicht berkenbos tussen de vakantiewoningen. Ik dacht dat de weg privé was en alleen gebruikt mocht worden voor de mensen die er een weekendhuisje hebben, maar dat was dus niet zo. Ik had duidelijke instructies gekregen en wist waar ik moest stoppen voor de waterval en voor de vistrappen. De waterval was al van vrij ver te horen en na een korte wandeling kreeg ik hem in beeld en ik moet zeggen: ik vond hem erg mooi. Toen ik verschillende foto’s van dit natuurgeweld gemaakt had, ben ik een stukje verder gereden en heb een korte wandeling vlak langs de rivier gemaakt richting het noorden naar de vistrap. Ook deze vond ik vrij snel maar was wel een stukje trickyer om bij te komen. Omdat ik natuurlijk wat spullen meedraag, ben ik erg voorzichtig en op het moment dat ik de vistrap en de achterliggende rivier goed kon zien, ben ik maar niet verder gegaan omdat het pad niet heel makkelijk was (misschien was het ook het einde van dit paadje…). Ik was daar natuurlijk met meerdere doelen heengegaan, maar hoe ik ook zocht: ik kreeg de Waterspreeuw niet te zien. Andere vogels had ik trouwens tijdens de klauterpartij, of op de weg in het bos ernaar toe, niet gezien of gehoord. De enige dieren die ik tussen de bomen zag, was een kleine kudde Schapen. Ik vond het daarom wel best zo en ben weer terug geklauterd naar de auto en ben verder richting Varangerbotn en Karlebotn gegaan.
Aangekomen bij Varangerbotn heb ik een heel korte stop gemaakt bij het Samen-museum, maar vanuit de schuilhutten daar kreeg ik totaal geen vogels te zien. Ontzettend jammer, want vorig jaar trof ik hier onder andere nog een groep Kanoeten. Bij Karlebotn was het niet veel beter en kon ik alleen een Kokmeeuw vastleggen. Ik ben snel weer in de auto gekropen en heb de trip richting het noorden weer ingezet. Vanwege de zoektocht naar de waterval was het al wat later en daarom ben ik zonder enige tussenstop doorgereden en kon ik na een uur weer beginnen met fotograferen. Bij een meertje bij een bord dat aangeeft dat hier het Kongsfjordfjellet is en dat dit 326 meter boven zeeniveau is, zwom een IJseend rond. Helaas wilde hij niet voor me blijven zitten en dook onder een stuk ijs door om een stukje verderop weer op te duiken. Wat niet lukte met de IJseend, ging nog wel redelijk met een Watersnip. Het beestje vloog rond in zijn baltsvlucht boven de plek waar ik stil was gaan staan en ik kreeg het voor elkaar om redelijke foto’s zelfs met de R6 te maken. Dat was wel eventjes lekker.

Een Bosruiter aan de lunch

Daarna weer door tot mijn vaste stopplek bij het Geatnjajávri. Van daar kon ik ontzettend ver op het water een paar Parelduikers ontdekken. Misschien waren het wel dezelfde exemplaren als welke ik op dag 3 had gezien. Fijn om te zien dat ze er nog waren, maar voor fotograferen was het te ver. Ik kon dus weer door. Bij Gednje aangekomen heb ik eerst weer even staan posten bij een Wilgje waar de IJsgors nog wel eens op wil gaan zitten om te zingen. De Nederlandse vogelaar/fotograaf/gids in spe, die ook verteld had dat de weg in Komagvær te berijden was, had een prachtige foto weten te maken van een IJsgors en had precies kunnen vertellen waar deze zijn zangpost had. Voor mij geen IJsgors maar wel zingende Barmsijsjes en, heel leuk, een nieuwsgierige Roodkeelpieper met een niet zo opvallend rode keel. Terwijl ik langzaam weer richting de driesprong reed om de weg naar Båtsfjord weer in te slaan om verderop dan het pad te nemen naar een onbekende bestemming, kon ik eerst nog een Bosruiter vastleggen die een lekkere lunch voor zichzelf gevangen had. Hij leek een enorme larve te pakken te hebben die smakelijk werd verorberd.

Op weg naar Ordo!

Net vóór ik bij de afslag was van het pad waar ik wilde gaan lopen, zag ik opnieuw een Alpensneeuwhoen. Deze soort leek haast onbereikbaar en onvindbaar tijdens mijn eerste 2 bezoeken in het voorjaar aan Varanger, maar de hoeveelheid acceptabele foto’s van deze stoere, onverzettelijke vogels begint aardig op te lopen. Aangekomen bij de afslag ben ik een stukje van “de weg” opgereden tot een soort parkeerplaats. Daar stonden borden die aangaven waar de weg heenliep: Ordo. Het zou 4,3km lopen zijn, dus heb ik proviand en apparatuur op m’n rug gehesen en ben gaan lopen. Ik denk dat ik nog geen kilometer onderweg was toen ik opnieuw een Alpensneeuwhoen zag. Deze zat alleen veel dichterbij dan ik ze ooit eerder gezien had en bleek met zijn vrouwtje opstap te zijn. Hiermee was mijn verzameling Alpensneeuwhoenfoto’s wel compleet, dacht ik…

Een Alpensneeuwhoen special

Na het intermezzo verzorgd door het Hoenderstel, heb ik mijn wandeling voortgezet. Ik heb met name de flauwe helling links en rechts van me afgetuurd in de hoop een Morinelplevier te vinden. Voordat ik aan de wandeling begon, heb ik ook nog even wat huiswerk gedaan. Ik blijf het toch wel opmerkelijk vinden dat ik maar geen Strandleeuweriken tegenkom, terwijl ze er zeker zouden moeten zitten. Om niet alleen afhankelijk van mijn, toch al niet heel goede, ogen te zijn, heb ik de zang van de Leeuwerik nog maar eens opgespoord op de website Xeno-canto, waar zo’n beetje de zang en geluiden van alle vogels ter wereld op te vinden zijn. En terwijl ik dit aan het doen was, viel me pas iets op: de zang van de Strandleeuwerik en de IJsgors hebben wel iets van elkaar weg. Beide zijn hoog en wat iel, mij deed het in ieder geval meteen aan de IJsgors denken toen ik de zang hoorde. En misschien dat ik daarom de Leeuwerik ook niet altijd gevonden heb. Ik hoor een soortgelijke zang regelmatig onderweg hier op de hoogvlakte, maar ben altijd in de veronderstelling geweest dat het IJsgorzen waren en kon deze vaak niet vinden als ik ze opzocht. Misschien was ik wel te veel gefocust op de ene soort en dat ik daarom gewoon de andere niet zag… Het zou zo maar kunnen. Met deze kennis hield ik niet alleen mijn ogen goed open voor de Morinelplevier, maar ook mijn oren om misschien zo de Strandleeuwerik te vinden.
Ongeveer halverwege de weg, hoorde ik inderdaad de zang van 1 van beide en ik ben ervan overtuigd dat het de Leeuwerik moest zijn. Maar hoe ik ook zocht, ik kreeg hem niet in beeld. Het was in de buurt van een heel grappig kunstwerk van een mansfiguur met weelderig haar en een stropdas en een wegwijzer met Ordo daarop. Ik ben maar even gestopt om daar wat te drinken voordat ik de wandeling verder ben gaan maken. Misschien kwam de zanger nog wel tevoorschijn als ik hier even rustig aan deed…
Helaas liet de Strandleeuwerik zich niet meer horen en zien en ben ik maar weer verder gelopen. Al vrij snel werd ik begeleid door de monotone zang van een Goudplevier hoog boven me. Ook dit is echt zo’n geluid wat je hier op de toendra hoort en wat het helemaal compleet maakt. Deze zanger streek neer op een vlak stuk links van me en zo kon ik toch een Plevier vastleggen, al was het dan niet degene die ik zocht. Van dichtbij zijn dit ook prachtige vogels en je zou denken dat ze er in een wat dor, eentonig landschap uitspringen, maar het blijkt het tegenovergestelde. Ik heb 1 foto niet gecropt en daarop is de Plevier nauwelijks te vinden. Hij gaat helemaal op in zijn omgeving…
Ik was weer een stukje verder gelopen toen ik mijn “paniekstand” op de camera eens kon gaan proberen. Er kwam ineens een Kleinste Jager overvliegen en ik kreeg maar net tijd om mijn camera op hem te richten en de goede stand in te stellen. Zo ik kreeg hem vrijwel direct goed in focus, maar bleek helaas de belichting niet helemaal goed te staan, dus daar moest ik nog wat mee. De werking van de stand was verder prima en had ik er weer een paar mooie plaatjes van ook deze échte toendravogel bij. Niet veel verder kon ik er nog 1 vastleggen. Ook hier liep een nauwelijks schuwe Alpensneeuwhoenman samen met zijn Alpensneeuwhoenvrouw rond en met deze exemplaren was ik dus echt helemaal compleet. Wat een beauty’s!
Ik heb ze verder met rust gelaten om ze hun Alpensneeuwhoendingen te laten doen en heb een stukje verderop weer een Goudplevier in beeld gekregen. En toen ik bezig was deze, veel te verre, Plevier te fotograferen, hoorde ik boven me een ijle, bijna iele zang wat hetzelfde klonk als de zang die ik eerder vandaag heb zitten beluisteren op Xeno-canto. Dit moest wel een Strandleeuwerik zijn en na even de lucht afgezocht te hebben, vond ik hem inderdaad en kon ik hem zelfs, dankzij de “paniekstand”, vastleggen. Na zijn gezang hoog in de lucht, daalde hij en verdween een stuk verderop uit het zicht. Helaas… Ik ben weer verder gelopen en hoopte dat ik zo langzamerhand Ordo wel bereikt zou hebben. Na het oplopen van een helling kreeg ik uitzicht over een weids landschap met in een dal, redelijk in de verte, een hele groep vakantiewoningen: Ordo! Het was misschien nog zo’n 10 minuten heuvel af (dus daarna weer óp…) lopen naar de woningen en het meer waar ze aan liggen en mijn inschatting was dat ik daar niet zo heel veel meer zou vinden. Daarom ben ik rechts van het pad afgegaan en een auto-spoor gaan volgen. Het was te merken dat de sneeuw hier nog niet heel lang weg was, want ik liep te glibberen over het drijfnatte pad en kon nauwelijks normaal lopen. Maar m’n geglij en vieze schoenen bleken niet voor niets: ik hoorde weer de zang van een Strandleeuwerik en zocht in eerste instantie in de lucht. Maar daar bleek hij niet te zitten. De zanger was neergestreken op een steen en vanaf deze zangpost liet hij zijn fijne liedje horen. Het lukte me hem een klein beetje te benaderen, maar ik durfde niet te dichtbij te komen zonder enige beschutting, dus de foto’s waren vanaf behoorlijke afstand. Maar ik had hem eindelijk zelf gevonden! Eindelijk kan ik weer nieuwe foto’s van deze mooie soort toevoegen aan m’n site. Door het herkennen van de zang is het eindelijk gelukt. Misschien is nu de ban gebroken…

En daar is het dan: Ordo!

Na weer wat gegeten en gedronken te hebben, ben ik begonnen aan de terugweg. De lengte van de wandeling was nu in ieder geval bekend en ik wist hoelang ik er ongeveer over zou gaan doen. Het ging zelfs nog iets sneller, want ik kwam de hele weg niets meer tegen om te fotograferen. Ongeveer op een halve kilometer van de auto stond nu een Franse truck die als een soort camper dienstdeed. Het was er stil omheen maar in de berm aan de andere kant zag ik een IJsgors rondscharrelen. Ik ben voorzichtig aan de rand van de weg gaan zitten en tot mijn grote plezier scharrelden de IJsgors steeds dichter naar me toe in het bijzijn van zijn vrouwtje. Zij trok zich nog minder van me aan dan haar man en zo kwam ze dus geweldig in beeld! De foto’s van het mannetje mochten er ook wel zijn en met deze conclusie ben ik weer voorzichtig opgestaan om het laatste stuk naar de auto te lopen. Op een gegeven moment had ik nog een heel mooi uitzicht over het Magistervatnet aan de andere kant van de 891 en heb ik dus nog enkele foto’s van de omgeving gemaakt, maar daarna ben ik vlot teruggelopen naar de auto en was ik blij dat ik warm kon zitten.

Uitzichten op de terugweg…

Het was een klein stukje rijden terug naar Gednje waar ik, ondanks dat het al bijna 5uur was, nog even gestopt ben om snel het water en omgeving af te speuren. De enige die ik er nog zag was een rondvliegende Bosruiter. Ik ben vertrokken en ben rechtsaf geslagen, op weg naar huis. Nadat ik de corridor had overgestoken bij Geatnjajávri, zag ik op een uitloper van dit grote meer weer een groepje Brilduikers. En tja, voor deze soort zet ik de auto wel even stil en stap zelfs wel even uit om te proberen ze wat beter in beeld te krijgen. Ik had de hoop dat ze misschien 1 keertje wel wat dichterbij zouden kunnen komen, maar dat bleek niet vandaag te zijn. De afstand was redelijk, maar het kan zeker beter. Gelukkig was het licht nou wel een keer goed. Hierna kon ik door zonder oponthoud en kon ik in Varangertunet aanschuiven aan een heerlijk maal.

En hier doe je het allemaal voor!

Ik ben van kinds af aan geen liefhebber van spruiten, maar had ze een keer eerder hier in Noorwegen gegeten bij Kongsfjord Gjestehus samen met een rendierstoofschotel. En toen smaakten ze heerlijk. Deze avond had Siren een beetje op mijn verzoek, ook een rendierstoofschotel gemaakt en geserveerd met spruitjes. En ook nu was het heerlijk. Na een behoorlijk inspannende wandeling was dit wel een heel lekkere manier om bij te komen. Nagenietend van al het moois ik vandaag weer had gezien en met een heerlijke maaltijd voor me, kon ik terugkijken op weer een fantastisch verblijf.
Weer heeft Varanger me de prachtigste dingen laten zien en beleven. Ik heb zelfs weer 2 nieuwe soorten kunnen waarnemen en weten te fotograferen en een heel aantal “oude bekenden” nog mooier weten vast te leggen. Ook het ontmoeten van een aantal Nederlandse vogelaars was erg leuk en dankzij hun kennis van vogels en de manier ze te vinden, ben ik ook wat wijzer geworden. Ik hoop van harte dat ik opnieuw in de gelegenheid kom om dit fantastische gebied te bezoeken en deze nieuwe kennis te gebruiken. De Morinelplevier ontbreekt nog… Zo blijven er altijd wensen over om te vervullen. en is altijd weer een goede reden om weer terug te gaan!
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Vorige