browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (Vardø), 4 juni

Posted by on 4 juni 2024

 

Dag 2

 
Na een heerlijke nacht ben ik ’s ochtends op tijd opgestaan en wilde rustig bedenken wat ik deze eerste dag zou gaan doen. Toen ik mijn telefoon online bracht, kreeg ik meteen een berichtje binnen wat van Vincent bleek te zijn, met de mededeling dat de Geelsnavelduiker nog steeds ter plekke zou zijn in Vardø. En tja, toen was de keuze eigenlijk snel gemaakt.

Oppassen voor overstekend wild…

Ik had eigenlijk 2 absolute doelen voorgenomen voor mijn vertrek deze keer naar Varanger: Ik zou naar Pasvik, Sør-Varanger, gaan én ik wilde proberen nog mooiere foto’s van de Velduil te maken dan die me vorig jaar al waren gelukt. Daarvoor had ik een camouflagekleed meegenomen om daaronder langs het hek bij het veld te gaan zitten waar ik hem eerder gezien had, en dan op de stille modus van de R6 MII moest het mogelijk zijn absoluut BBC-waardige opnamen te maken. En zo zat ik voor half 9 vol goede ideeën in de auto op weg naar Vardø, met een tussenstop bij de Velduil.
Het liep iets anders… Ik ben zonder vertraging tot Ekkerøy gekomen waarbij het naarmate ik verder naar het oosten reed, steeds mistiger werd. Ik parkeerde de auto naast de 3 gebouwtjes bij het veld van de Velduil en heb een hele tijd staan kijken of hij zou verschijnen. Maar helaas. Behalve een indrukwekkende Zeearend die half uit de mist opdook waren er geen noemenswaardige waarnemingen te melden. Dat was toch wel een streep door de rekening. Maar het was natuurlijk pas de eerste dag, dus misschien zouden er nog meer gelegenheden komen. Ik besloot dan ook maar door te rijden richting Vardø, maar moest al snel stoppen toen ik 2 Zeearenden op een duin zag zitten. Bij een minuscuul plasje verderop langs de weg zag ik wat beweging en kon net op tijd de auto weer tot stilstand brengen. Tot mijn vreugde zag ik een Pijlstaart alleen bleek ook hij heel schuchter en vloog snel op. Het lukte me nog net hem in de vlucht vast te leggen waarna ik dan toch maar echt doorgereden ben naar Vardø. Dichterbij mijn doel werd het steeds mistiger. Het deed me een klein beetje denken aan de tochten die ik gemaakt had de 2 keer dat ik in maart op Varanger was en me een weg moest banen door de sneeuwstormen. Gelukkig was het zicht nu wel iets beter en bereikte ik zonder problemen de tunnel naar het eiland. Ik kwam achter een busje te zitten terwijl ik de tunnel inreed en volgde deze een beetje op de automatische piloot. Daar moet je dus mee uitkijken in deze contreien: net toen we tunnel uitreden en ik een beetje om me heen wilde kijken, stapte de chauffeur voor me ineens op de rem om zijn gasten (vogelaars wat nu bleek) de kans te geven een vogel op het water rechts van ons te zien. Wat een domme actie! Het bleek om de Geelsnavelduiker te gaan die ik vanuit de auto inderdaad zag zwemmen. De chauffeur had alleen rustig door kunnen rijden en de auto verderop neer kunnen zetten om de mensen te voet het dier te laten observeren. Dit was de manier waarop ik het in ieder geval deed en zo kreeg ik de eerste mogelijkheid een nieuwe soort vast te leggen. En wat voor 1!

Special: Geelsnavelduiker

Vardø heeft eigenlijk een beetje de vorm van een schildklier: 2 kwabben links en rechts in het midden met elkaar verbonden door een smal verbindingsstukje. Op het eiland staan er gebouwen op dit verbindingsstuk en loopt de Kirkegata eroverheen. Het water ten noorden van dit verbindingsstuk vormt de haven van Vardø en is het Vestervågen, ten zuiden heet het het Østervågen, waar de Geelsnavelduiker dus rondzwom (Vester en Øster suggereren andere windrichtingen, maar ik vind het noord en zuid…).

Rondom de haven van Vardø en Het Pomormuseum

Om hem maar vastgelegd te hebben, heb ik eerst een paar foto’s van bovenaf gemaakt. Toen leek dat de vogel best op z’n gemak was, ondanks de inmiddels redelijke aantallen toeschouwers, ben ik steeds wat meer naar hem toegelopen en iets naar beneden gegaan over de basaltblokken (uitkijken dat ik niet weer zou uitglijden!) om hem zo veel mogelijk te naderen. Ik zag dat een aantal andere vogelaars/fotografen tot zo’n beetje de waterrand waren gedaald en dat heb ik toen ook gedaan. De Geelsnavelduiker bleef rustig rondzwemmen en was druk met zich te wassen. Hierbij spreidde hij regelmatig zijn vleugels om zich uit te schudden waarbij zijn tekening prachtig te zien was. Wat zijn het toch magnifieke vogels! Ik vind dat ik zeker best wat mooie foto’s heb kunnen maken, al waren de omstandigheden door de lichte mist niet ideaal. Maar klagen hierover doe ik niet, ik was tevreden. Na een uur ongeveer dacht ik maar eens verder op het eiland te gaan kijken. Ik ben eerst naar de haven gereden om vanaf de westkant (van waar de boot naar Hornøya vertrekt) te zien wat er zoal rondzwom of vloog. Vanaf die plek bleek dat niet zo heel veel te zijn en bleef het bij een paar Drieteenmeeuwen, ook heel mooi! Ik hoorde vanaf waar ik stond aan de overkant van de haven het bekende geluid van een andere favoriet van me: het krassende geluid van Sterntjes. Daarom ben ik weer ingestapt en over het verbindingsstuk naar de oostkant gereden. Het was even zoeken waar de Sterntjes nou precies vlogen en waar ik zou kunnen gaan staan om ze goed te kunnen zien, maar ik vond de plek en werd getrakteerd op tientallen Noordse Sternen en Visdiefjes die in de haven aan het jagen waren. Het bleek de perfecte gelegenheid te zijn om hetgeen ik in het voorjaar geoefend had, het maken van vliegbeelden met m’n nieuwe camera, in praktijk te brengen. Ook nu weer bleek het behoorlijk lastig. Regelmatig vlogen de Sterntjes uit-focus en was het moeilijk om ze weer terug in focus te krijgen. Dus ik heb flink staan werken om een beetje redelijke foto’s te krijgen, maar wat wel was: als de vogel eenmaal in focus was en ik er 1 of meerdere foto’s van kon maken, dan waren het ook wel mooie foto’s. Ook bij de Sternen heb ik een uurtje staan fotograferen en na het maken van een foto van een appartementencomplex voor Drieteenmeeuwen en enkele foto’s van deze leukste Meeuwensoort, ben ik weer naar de westkant van het eiland gereden om daar een stukje te gaan lopen.


De duik van de Noordse Stern

Op de website observation.org, waar Vincent me over verteld had, had ik gezien dat aan deze kant van het eiland onder andere Kleine Strandlopers waargenomen waren. Dat is 1 van de soorten waarop ik elke keer hoop als ik in het voorjaar Varanger bezoek. Ik reed de weg af door het midden van het eiland en kwam uit bij een parkeerplaatsje van waaraf een wandelpad verder naar het noorden liep. Het was nog steeds heel mistig wat het niet makkelijker maakte om vogels te zien. Een Kleine Jager was nog net te onderscheiden in het terrein met een bijna zelfde kleur, en gelukkig zong de Koperwiek voluit waardoor hij wel makkelijk te vinden was. Bij gebrek aan hoge begroeiing zong hij vanaf de top van een heuveltje of een groot rotsblok. Ook zag ik een Kramsvogel, de andere Lijster van het hoge noorden, maar ook deze viel weer bijna weg vanwege zijn bescheiden kleuren. Nadat ik nog een Graspieper vastgelegd had en tot de conclusie was gekomen dat ik niet in de buurt van de zee leek te komen, wat de kans op Kleine Strandlopers wel heel klein maakte, ben ik weer terug gewandeld naar de auto. Ik bedacht dat ik wel naar de oude vesting kon gaan, wat ook aan deze westkant ligt, en ben rustig die kant opgereden. Om er te komen moest ik tussen wat huizen door rijden en ineens zag ik ook daar een Kramsvogel in een tuin rondscharrelen. Nu lukte het best heel aardige plaatjes van hem te maken, waar ik heel blij mee ben, want Kramsvogels en ik gingen niet altijd lekker samen. Na deze korte stop doorgereden naar het Vardøhus festning. Na de auto geparkeerd te hebben, ben ik het binnenterrein opgelopen waar, buiten een paar Kemphanen, niet zo heel veel te zien was. Gelukkig zaten er wel 2 Koperwieken volop te zingen: eentje vanaf een onooglijke kabel en de ander vanaf de andere kant van het terrein vanaf de loop van een kanon.

Special: de Noordse Stern (als je dus heel veel foto’s maakt van een soort en daaruit niet kunt kiezen, krijgen ze een Special…)

Aan het einde van het binnenterrein ben ik het hek doorgegaan en heb het pad naar de zee afgelopen. Op het open gebied wist ik mijn eerste Goudplevier vast te leggen en ook hier liepen verschillende Kemphanen. Ik ben doorgelopen tot het water en ben over de rotsblokken naar het baaitje Sunddammen gelopen, maar mijn komst werd al vrij snel opgemerkt en ik kreeg weinig te zien. Volgens het boek van Biotope, wat ik al sinds mijn eerste keer gebruik en al nagenoeg uit m’n hoofd ken, zouden in Sunddammen ook Kleine Strandlopers of andere Strandlopertjes te zien moeten kunnen zijn. Nu dus helaas niet en ik ben weer teruggegaan. Vlak bij het poortje om het binnenterrein van het Vardøhus weer op te gaan, zat nog wel een heel mooie Groenling en wat misschien nog wel iets leuker was, een redelijk tamme Kramsvogel! Eindelijk kon ik eens een goed statieportret maken en heel tevreden hiermee ben ik het binnenterrein weer opgelopen. Toen ik dacht zomaar door te kunnen lopen, werd mijn aandacht getrokken door beweging in mijn rechter ooghoek.

Special: de Krombekstrandloper

Ik keek snel even die kant op en tot mijn grote vreugde zag ik een groepje Krombekstrandlopers! Ook deze soort stond op m’n verlanglijstje, zeker sinds ik hem voor het eerst had gezien in de Oostvaardersplassen in het najaar in een mooi maar sober winterkleed (net als de Kleine Strandloper die ik toen ook voor het eerst zag). De exemplaren die hier in Vardø rondscharrelden waren al behoorlijk aan het verkleuren en een aantal zat al redelijk in zomerpluimage. Wat ontzettend gaaf! Dit is dus precies de reden dat ik hier zo graag in het voorjaar naartoe ga: soorten zien die je bij ons ook in de winter kunt zien, maar dan in broedkleed. Nadat ik dacht er wel genoeg foto’s van te hebben, ben ik weer naar het verbindingsstuk gereden waar de Geelsnavelduiker nog steeds in het Østervågen rond bleek te zwemmen. Het bleek hoogwater te zijn geworden en ik had gezien dat je vanaf een soort houten pier weer wat dichterbij zou moeten kunnen komen. Hierop plat op mijn buik liggend, heb ik gewacht en tot mijn grote genoegen kwam de Duiker behoorlijk dichtbij. Wat prachtig! Het licht was nog niet helemaal perfect, maar wanneer is het dat wel…, maar ik was heel blij met de resultaten. En als je dan blij bent, is het eigenlijk ook wel weer tijd om te gaan.

Hier had ik eerder geen aandacht voor: Kunst in Vardø

Terwijl ik weer richting het westen reed, zag ik op het Fjord een groep Eenden zwemmen. Ik heb de auto langs de kant van de weg gezet en heb een hele tijd staan turen, maar kreeg niet duidelijk wat voor een soort het was. Het leken Eiders, maar ze waren te donker en verder misten ze alle kleur of tekening. Eénmaal thuisgekomen met de mogelijkheid de foto’s flink uit te vergroten, ben ik er pas achter gekomen wat het was. Het bleek een groepje Koningseiders te zijn waarvan 1 exemplaar, een eerste jaars, toevallig even z’n kop opstak waaraan ik hem kon herkennen.
Ik ben daarna onderweg alleen nog een keer gestopt bij het Velduilen-veldje, maar ook nu kreeg ik er geen te zien. Een Watersnipje ging net als vorig jaar even op het hek zitten en een een Moerassneeuwhoen op een veraf gelegen elektriciteitsmast. Met vliegbeelden van een Stormmeeuw, Zeearend en Wilde Zwaan was het klaar voor vandaag.
Bij thuiskomst heb lekker gegeten en al het beeldmateriaal op schijf gezet. En met de batterijen in de opladers ben ik gaan slapen om er de volgende dag weer helemaal klaar voor te zijn.
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Vorige  Volgende