Eigenlijk al sinds ik wat serieuzer bezig ben met het vogelen en fotograferen van vogels, heb ik de wens om naar de Rijnstrangen en de Jezuïtenwaai te gaan. 1 Keer was ik in de buurt, ten minste, heb ik de mogelijkheid erheen te gaan besproken met mijn mede-natuurliefhebber Arie, maar hij wist me te overtuigen dat we beter naar de Groene Jonker zouden kunnen gaan en dit bleek toen inderdaad heel goed uit te pakken. Daarna heb ik er eigenlijk niet meer zo aan gedacht, zeker ook omdat er heel goede alternatieven bleken te zijn, maar de fascinatie bleef. AL was het maar vanwege de bijzondere naam: Jezuïtenwaai…
Omdat ik aangesloten ben bij natuurfotografie.nl krijg ik regelmatig mail met tips over fotograferen en excursies en dergelijke. Ik meen dat ik in 1 van deze mails las over excursies naar de Rijnstrangen. Omdat mijn vorige excursie/workshop heel leerzaam en leuk was geweest, heb ik de beschrijving van deze excursie eens wat beter gelezen. Er zouden 2 excursies zijn: de eerste met als doel de Buidelmees te vinden en zien, de 2de een meer algemene excursie door het gebied om het gebied en alles wat er leeft een beetje te leren kennen. Het noemen van de Buidelmees in de beschrijving zette mij wel op scherp. Het is een soort die ik zo graag een keer goed zou willen zien, en als dat dan lukt, ook heel graag zou willen fotograferen. Nou was het jammere dat de 1ste excursie samenviel met mijn verblijf in Noorwegen. Dat kon dus niet doorgaan. Maar de 2de was een dag na mijn terugkomst… Dat zou dus moeten kunnen. En ondanks dat het doel niet de Buidelmees zou zijn tijdens deze excursie, was het natuurlijk niet verboden hem tegen te komen… En daarom besloot ik mij in te schrijven voor de 2de excursie naar de Rijnstrangen: Vogelexcursie ‘Karre-karre-kiet-kiet.
Ik kreeg al snel een bevestigingsmail van excursieleider Olaf Klaassen. Hierin zat een beschrijving met de tijden en de verzamelplek en daarmee had ik de belangrijkste gegevens binnen om mijn vogelavontuur in Noorwegen als het ware nog een dag te verlengen (nou maar hopen dat ik geen jet-leg zou krijgen…).
Na een heerlijke week in Noorwegen waarin ik al fantastisch veel had gezien en kunnen fotograferen, had ik nog heel veel zin om vrijdag 9 juni al vroeg in de auto te stappen en de Rijnstrangen te leren kennen, en misschien wel eindelijk de Buidelmees een keer te gaan zien… Aangekomen bij, wat ik dacht dat de verzamelplek was, stond nog 1 andere auto. De bestuurder en pagegier stapten uit en zij bleken een moeder en dochter te zijn die ook aan de excursie zouden gaan deelnemen. Ze kwamen uit Mook, wat ik goed ken aangezien dat bij Cuijk in de buurt ligt, en waren enthousiaste vogelaars. We twijfelden een beetje of we wel op de juiste plek waren en omdat de excursieleider er nog niet was, hebben we de foto van de verzamelplek nog een keer bekeken en kwamen tot de conclusie dat we verkeerd zaten. We zijn naar toen allemaal weer ingestapt en hebben nog een klein stukje gereden en kwamen toen inderdaad op de juiste plek. Hier bleek onze excursieleider Olaf Klaasen al aanwezig te zijn. We bleken compleet te zijn en hadden dus een lekker klein groepje om er opuit te gaan. Olaf bleek een heel sympathieke, heel rustige natuurliefhebber te zijn die een groot deel van zijn tijd in de Rijnstrangen doorbracht. Hij doet mee aan allerlei tellingen en bleek degene te zijn die Menno Bentveld rondgeleid had door de Rijnstrangen in een uitzending van Vroege Vogels waarbij de Buidelmees prachtig in beeld was gekomen. Na een kennismakingsrondje en verteld te hebben wat we hoopten te gaan zien, zijn we iets over 7en het gebied in getrokken. Het leek een (heel) mooie dag te gaan worden, de zon scheen al volop en om ons heen hoorden we al van alles zingen. Vanaf de dijk keken we uit op een ruig grasland met verspreid een aantal struiken. Al vrijwel meteen bleek er een mannetje van de Grauwe Klauwier in 1 van deze struiken te zitten. Hij zat op grote afstand, maar zat er onmiskenbaar. Een beetje om reclame te maken voor een verrekijkerspeciaalzaak, had Olaf een aantal Swarovski-kijkers meegenomen die wij mochten gebruiken. En dan zie je wel verschil met de kijker die ik heb. Wat een ontzettend mooi beeld! En daarmee was het een eitje om de Klauwier goed te zien. Ik heb wat foto’s gemaakt waarop een lichte vlek in de struik de Klauwier is, waarna we weer rustig doorgewandeld zijn.
Bij een klein, door riet omzoomd plasje, zagen we een Blauwborst. Je kon meteen zien dat het al wat later in het seizoen was, want deze man had geen tijd meer om te zingen maar leek bezig zijn kroost van voedsel te voorzien. Het pad liep verder door een struweel waar Kneutjes en Tuinfluiters zaten, waarna we aan de rand van een water kwamen, de Jezuïtenwaai. Hier lagen verschillende nestvlotjes voor Zwarte Sterntjes, die we ook een aantal zagen rondvliegen. Olaf merkte op dat het leek dat geen van de vlotjes echt bezet was, wat hem heel vreemd voorkwam. Het leek alsof de Sternen niet tot broeden waren gekomen, wat natuurlijk enorm zonde is. In een struik aan de overkant van de “Waai” zat een Grote Karekiet te zingen. Ook nu was de afstand erg groot, maar de zang van de Karekiet klonk luid en duidelijk wat natuurlijk geweldig was om te horen! We zijn een tijdje aan de rand van het water blijven staan waarbij ik (natuurlijk) geprobeerd heb Zwarte Sternen in vlucht vast te leggen en ook de Grote Karekiet klom op een bepaald moment bovenin een kaal takje waardoor hij eindelijk goed te zien was.
Daarna zijn we weer verder gelopen zodat we uitkwamen bij een ander uitkijkpunt. Ook hier keken we uit over een ruige grasvlakte met struikjes en ook hier vonden we Grauwe Klauwier! In dit geval was het een vrouwtje dat vanuit een struik volop aan het jagen was op voorbij vliegende insecten. Vervolgens zijn we doorgelopen en kwamen weer uit bij het fietspad over de dijk die we afgelopen hebben richting de auto. Vanaf de dijk hadden we weer mooi uitzicht over het gebied, maar kregen niet heel veel vogels meer in beeld. Natuurlijk zijn een Graspieper en Roodborsttapuit niet niks, maar daar bleef het op dit stuk dijk wel bij. Toen de cirkel rond was en we weer bij het beginpunt aangekomen waren, hebben we de struiken weer afgescand en bleken er 2(!) Grauwe Klauwieren te zitten! Het leek een koppeltje wat een struik deelde met een Rietgors.
In plaats van naar de auto, hebben we de dijk nog een stukje verder afgelopen en kregen toen een mooi zicht op een noordelijke uitloper van de Jezuïtenwaai. Hier waren Gierzwaluwen aan het jagen, maar ook een 2de Sterntje: de Visdief. 1 Van de Gierzwaluwen bleek dorstig (en ik snapte dat wel: de zon begon aardig krachtig te worden en de temperatuur steeg navenant en als je dan de hele tijd moet vliegen…) en zo kon ik een foto maken waarop hij net zijn snavel opent om een slok water te nemen.
Olaf vertelde dat we een volgende bestemming hadden en daarvoor een stukje met de auto zouden gaan. We reden achter Olaf aan en kwamen uit bij een parkeerplaats vanwaar een pad door hoge begroeiing liep en uitkwam bij een water : “de Oude Rijn”. En dit bleek dus het Buidelmezen-paradijs te zijn. Hier had een paartje het vorige jaar gebroed en hadden ze de week ervoor tijdens de excursie heel mooi een Buidelmees gezien. Olaf liet wat plaatjes zien die hij toen had kunnen maken. Hij had ze geschoten op dezelfde plek als waar wij nu stonden: een soort vlonder met uitzicht over de Oude Rijn, omringd door riet. We hielden hier pauze en genoten van een kop koffie met koek én Zwarte Sterntjes die af en toe vlak voor ons passeerden. Helaas kregen we niet het kenmerkende Tsiiuu… te horen en ook geen Buidelmees in beeld.
Nadat we de koffie ophadden, liepen we terug naar de auto, maar Olaf wees ons eerst nog op iets heel moois. In een Wilg hing het nest van de Buidelmees van vorig jaar. Het was best lastig te vinden tussen de hoge begroeiing, maar toen ik eenmaal de focus goed had (letterlijk en figuurlijk), kon ik hem goed zien. Ik kon enkele foto’s maken, wat het gemis aan de maker ervan wel een beetje verzachtte. Weer bij de auto’s vertelde Olaf dat we naar de laatste bestemming zouden rijden om daar op een grote plas te zien wat we allemaal zouden vinden. We reden naar Aerdt, een dorpje waar ik nog nooit van gehoord had en zeker nog nooit geweest was, om daar in een wijk de auto te parkeren en dan te gaan wandelen over het klompenpad “Rijnstrangenpad” tot de trekpont Aerdt over de Oude Rijn en dan nog een stukje door over een paadje naar de plek met uitzicht over het plassengebied. In de wijk vlogen tientallen Huiszwaluwen rond dus had ik meteen bedacht dat ik na afloop hier nog wel even zou kunnen blijven staan om ze te proberen te fotograferen. Onderweg naar de trekpont zagen we niet heel veel. We hoorden een verborgen Blauwborst zingen en er vlogen verschillende Zwaluwen rond, maar niet eentje bleef lekker even ergens rustig zitten. Het harde licht wat nu toch wel wat begon tegen te werken, hielp ook niet. Vanaf de trekpont had je een mooi uitzicht over rietvelden en de Oude Rijn en Olaf vertelde dat hij hier wel eens de Roerdomp had gezien. Voor ons bleven ze helaas verborgen en daarom zijn we doorgelopen naar het uitzichtpunt. We zijn hier nog een tijd blijven staan om de plassen en het riet af te zoeken naar alles wat er maar zou zitten. Als je zo een hele tijd staat en goed kijkt, zie je altijd meer dan wanneer je net aangekomen bent. Ook helpt het dan dat je met meerdere mensen bent, omdat meer mensen meer zien dan 1…
Ik heb van alles wel foto’s gemaakt, maar de grote afstand, het harde licht en het daarmee samenhangende (ontzettend) warme weer en de snelheid van sommige vogels, maakte het er niet makkelijker op.
Na zo’n uur zijn we weer vertrokken. Op de trekpont hebben we nog een groepsfoto gemaakt en daarmee was de excursie klaar. Ik vond het een perfecte dag. Olaf was een heel leuke gids met ontzettend veel kennis van het gebied en alles wat er leeft. Mijn mede-vogelaars waren heel aardig en mede dankzij hen hebben we 67 soorten geteld. Natuurlijk was het jammer dat we de Buidelmees niet hebben gezien, het was 1 van mijn doelsoorten, maar de kennismaking met een nieuw gebied was ontzettend leuk en nodigt uit er zeker nog een keer heen te gaan (ik weet nu waar ik moet zijn…?)