Dag 7
De 6de vogeldag en m’n laatste volle dag op Varanger. Ik had gisteren al besloten vandaag een beetje rustigaan te doen. Ik wilde niet meer teveel rijden en hoefde net per se nog hele stukken te gaan sjouwen. Daarom besloot ik naar Nesseby te gaan en daar op het schiereiland de dag door te brengen.
Rond half 11 ben ik in de auto gestapt en heb zo’n 500m gereden voor m’n eerste stop. Vanaf de weg die van de hoofdweg naar Varangertunet loopt, kun je een klein stukje wandelen tussen wat bosjes door om bij een plek uit te komen van waaraf je een mooi uitzicht hebt over de Jakobselva. Dit paadje had Anders me laten zien op onze trip en ik bedacht dat het wel leuk zou kunnen zijn hier te beginnen. Al vrij snel hoorde ik een Blauwborst zingen en vond hem in de Wilgenstruiken tussen de huizen in. Net als een paar dagen eerder in Sandfjord, was het licht weer nét verkeerd. Ik had het redelijk tegen en moest dus van alles bijzetten om de zanger enigszins netjes af te beelden. Hij leek daar alleen niet heel veel geduld voor te hebben en zocht regelmatig een andere zangpost. Vanaf het uitzichtpunt had ik een heel mooi zicht op de rivier, maar vogels zaten te ver weg. Daarom bedacht ik maar door te gaan en naar Nesseby te rijden, het doel voor deze dag.
Halverwege Nesseby vanaf Vestre Jakobselv ligt Mortensnes. In de Biotope-Bijbel over Varanger, wordt genoemd dat je hier kans maakt om de Ruigpootbuizerd te zien. In 2019 heb ik er inderdaad 1 zien vliegen, maar dat was een heel korte ontmoeting zonder enig fotografisch bewijs. Ik was benieuwd of ik deze keer meer geluk zou hebben. Aan het begin van onze dag hadden Anders en ik hier ook gereden en hij vertelde dat je hier inderdaad kans zou kunnen hebben er 1 te zien, mits de weersomstandigheden goed zouden zijn. De Buizerds maken gebruik van de thermiek die hier langs de steile bergwanden omhoog komt en daarvoor moet natuurlijk wel de zon schijnen… en zoals ik al bij de Blauwborst opmerkte: dat deed hij dus. Ik kwam in de buurt van Mortensnes en of de Ruigpoten het weten dat ze hier verwacht worden: ik zag er vrijwel direct 1 vliegen! Niet normaal, zoals het dan toch weer klopt. Ik was zelfs in de gelegenheid de auto langs de kant neer te zetten en verschillende foto’s te maken met ook het Fjord op de achtergrond. Een heel klein beetje jammer was wel dat ook deze vogel aan de verkeerde kant van het licht zat en ik dus weer tegenlicht had. Maar goed, ik had hem toch wel fraai vast kunnen leggen en ben heel tevreden de auto weer ingestapt.
Toen ik maar weer een heel klein stukje gereden had, kon ik weer vol in de remmen. Ik zag een 2de Ruigpootbuizerd zweven, deze keer wel aan de goede kant van het licht, boven een steile bergwand. Gelukkig kon ik de auto weer neerzetten en kreeg ook deze vogel in de zoeker. Helaas cirkelde hij langzaam weg achter de rand en verdween hij uit beeld. Op het moment dat ik mijn blik weer over het Fjord liet gaan, verschenen er 2 grote vogels uit westelijke richting die naar het zuidoosten afbogen het Fjord over. Het waren 2 Kraanvogels die waarschijnlijk naar hun broedgebied onderweg waren (waar ze hier iets te noordelijk voor waren). Toen ik bezig was de Kraanvogels op de foto te zetten, hoorde ik Raven achter me. Daardoor keek ik weer richting de heuvel en zag een Ruigpootbuizerd aan komen vliegen, achtervolgd door een stel Raven. Maar wat deed deze Buizerd? Hij zette koers richting mij en leek recht over te komen vliegen, wat hij dan ook deed! Zo kon ik deze prachtige vogel schitterend vastleggen met een Raaf op de koop toe. Hoe mooi wil je het hebben?
Toen de Raven en de Ruigpootbuizerd uit het zicht verdwenen waren, ben ik weer verder gereden en uiteindelijk in Nesseby aangekomen. Ik ben het schiereiland opgelopen waarbij ik door niks opgehouden werd (wat hier op Varanger heel bijzonder is…). Ik besloot mezelf te settelen tussen een aantal grote rotsen en heb heerlijk rustigaan gedaan. In het begin heb ik een paar Eiders en Grote Zaagbekken op afstand op de foto gezet, waarna ik m’n spullen en m’n ogen wat rust gunde en ik deze laatste een tijdje dicht heb gehouden…
Zo heb ik de middag verder doorgebracht: afwisselend foto’s maken en beetje dutten. Omdat er bij de uiterste punt van het schiereiland regelmatig vogels voorbij vlogen, heb ik me daar ook even mee bezig gehouden. Ook heb ik nog een paar foto’s gemaakt van het uitzicht vanaf het eiland, maar na zo’n 3½ uur was ik voldoende uitgerust en vond ik het wel weer mooi geweest. Ik heb de spullen weer op m’n schouder gehesen en ben weer richting het kerkje gelopen. Bij het vennetje vond ik een Bosruiter om even mooi vast te leggen. Toen ik bij het water kwam aan de westkant van het schiereiland, wat bij laag water droogvalt, heb ik daar weer even gestopt. Van afstand zag ik al wat rondscharrelen, wat Rosse Grutto’s bleken te zijn, waar ik weer even een strategische plek voor opgezocht had om ze goed te kunnen zien. Wat verder naar de rand van dit gedeelte, stond een groepje mensen die blijkbaar ook druk aan het vogelen waren. Het was een jonge jongen met 2 wat oudere mannen. Toen ze weer vertrokken en langs mij liepen, bleek 1 van hen Anders te zijn. Ik had hem van afstand zo 1-2-3 niet herkend, maar hij bleek met zijn nieuwe gasten opstap te zijn. Ik geloof dat hij vertelde dat hij een hele week met deze vader en zoon onderweg zou zijn. We hebben nog even wat wetenswaardigheden gedeeld en zij zijn toen verder gegaan. Nadat ik een paar Kleine Jagers van afstand vastgelegd had, heb ik de spullen voor de laatste keer op de schouders genomen en ben naar de auto gewandeld.
Iets voor 5 uur zat ik weer in de auto en was ik op weg naar Vestre Jakobselv. Toen ik daar aankwam, bedacht ik dat ik ook nog wel even naar de plek kon gaan die Anders me 2 dagen hiervoor ook had laten zien. Aan de westkant van de monding van de Jakobselva kon je ook van alles aan de waterkant verwachten zoals kleine waders. Omdat het de laatste dag was en ik voorlopig niet terug zou komen, bedacht ik dat ik er spijt van zou krijgen wanneer ik een groepje Kleine Strandlopers en of Krombekken zou laten lopen. Op het moment dat ik aankwam aan de waterkant zag ik inderdaad wat rondscharrelen, maar ze leken niet op mijn komst te hebben zitten wachten en vlogen een klein stukje stroomafwaarts. Maar vrij snel kwamen ze toch ook weer mijn kant op en was er gelegenheid ze beter te bekijken. Wat ik erg leuk vond, was dat er een Noordse Kwikstaart tussenliep. Een soort die ik dit jaar voor het eerst gezien heb. Ik kreeg ook nog een Temmincks Strandloper en Bontbekje in het vizier en daarmee was het daar wel op. Weer naar de auto en nu écht naar het hostel. Of toch…
Toen ik bij het paadje kwam waar ik de ochtend was begonnen, besloot ik er toch weer even doorheen te lopen. Het licht kwam nu van de andere kant en als de Blauwborst er nog zou zitten… Helaas zat hij er niet, maar wel kreeg ik een Fitis in beeld, wat natuurlijk ook altijd leuk is. Daarna ben ik echt naar het hostel gegaan.
Zoals elke dag kon ik weer heerlijk mee-eten en heb ik verteld over alles wat ik deze dag gezien had. Na het eten werd het tijd om te pakken, waar ik dan ook mee begon, maar er bleef iets knagen… De eerste dag direct na mijn aankomst hoorde ik een Houtsnip. De avonden dat ik op tijd terug was, heb ik ’s avonds zitten posten in de hoop hem nu in het licht te kunnen zien. Tot nu was dat niet gelukt en dat frustreerde toch wel behoorlijk. Daarom besloot ik als laatste om 9uur naar buiten te gaan met de hoop de cirkel rond te kunnen maken. De tijden dat de Houtsnip gezien werd varieerde nog wel eens in de verschillende verhalen, dus ik wist niet of ik nog kans had. Om me heen hoorde ik verschillende vogels zingen, de Koperwiek die er elke avond zat en een Bonte Vliegenvanger die ik ook al regelmatig gehoord had. Maar geen Houtsnip… Totdat ik ineens, na ruim een half uur wachten en opletten, het hoog explosief PSIEP!!!!! hoorde! Hij vloog er weer! Maar ik was net te laat om hem vast te leggen. In de hoop dat hij zijn baltsvlucht nog wel een keer zou maken, ben ik blijven wachten en inderdaad: hij kwam weer! Nu was ik sneller en kreeg hem op de foto! Perfect! Eigenlijk waren het dezelfde foto’s als op Texel, maar nu was hij wel te zien én herkenbaar. Hoe gaaf was dat? Daarna heb ik hem niet meer gezien en heb ik afgesloten met de Bonte Vliegenvanger hoog in een boom.
Het was klaar. De cirkel was rond en ik had een geweldige week achter de rug. Meer kon ik gewoon niet wensen. Ik heb m’n spullen opgeborgen en ben naar bed gegaan. De volgende ochtend moest ik alweer vroeg op om op tijd bij het vliegveld te zijn, waarvoor ik ook nog iets wilde gaan bekijken waar Anders me op gewezen had. Vlak voor je Kirkenes inrijdt, rij je langs een meer waar ook nog wel eens Roodkeelduikers of Parelduikers willen zitten. Omdat je de huurauto vol moet wegzetten, moet je een heel stuk richting Kirkenes om te tanken. Ik bedacht door te rijden en het meer nog te onderzoeken. Parelduikers zijn wel echt de moeite waard…
De volgende ochtend zat ik dus vroeg in de auto op weg naar Kirkenes. Vlak voor Mortensnes zag ik weer iets vliegen. Het was nog te vroeg voor Ruigpootbuizerds, de zon was nog niet heel sterk, dus wat kon het dan zijn? Maar meteen schoot het antwoord me te binnen. Het was een Velduil, eigenlijk op de plek waar de 2 Noren uit Komagvær ze ook gezien hadden. Ik ben meteen van de weg gedraaid en naar de plek gereden waar ik hem voor het laatst gezien meende te hebben. Helaas vond ik hem niet meer terug en gezien de tijd moest ik weer verder.
Om een lang verhaal niet onnodig lang te maken: op het meer bij Kirkenes zag ik ook niks meer en was ik dus op tijd op het vliegveld. Na het inleveren van de sleutels heb ik een plek opgezocht om de ruim anderhalf uur te kunnen wachten en heb lekker zitten lezen en naar buiten zitten kijken. Het was klaar, ik was klaar en blij weer naar huis te gaan. Na een voorspoedige terugreis kwam ik op de geplande tijd weer aan in Nederland.
Wat een fantastische week was dit. Ik heb zoveel gezien dat het me bijna duizelt. Niet op de minste plaats door de dag met Anders waarop ik zoveel heb gezien én beter heb leren kijken. Maar ook weer dankzij mijn gastvrouw en heer, Siren en Jan-Eilif, die het verblijf zeer aangenaam maken (en je lostrekken als het nodig is).
Ik hoop van harte dit nog een keer te kunnen herhalen. Varanger is verslavend!