De Tjiftjaf is een ontzettend leuk vogeltje. Het is één van de fraaiste voorbeelden van een onomatopee (om dat woord ook maar eens te kunnen gebruiken), maar hij neemt ook de moeite om al heel vroeg in het voorjaar terug te komen en z’n liedje te laten horen.
Daarbij was het één van de eerste soorten waarvan ik daadwerkelijk mooie foto’s kon maken, volop zingend in al zijn pracht.
En het was een Tjiftjaf waarvan ik zo’n beetje mijn eerste geluidsopnamen maakte, al zijn die jammerlijk verloren gegaan.
Hoe bescheiden van uiterlijk hij misschien lijkt, het is echt een heel fraai vogeltje met mooie gele en beige/bruine tinten. De Tjiftjaf heeft tekenaar Willy Vandersteen geïnspireerd een Suske en Wiske te schrijven, “De Toornige Tjiftjaf”, wat een aanklacht leek tegen de vogeljacht. Ik heb het boekje verschillende keren gelezen en vond Lambik hierin zeer sympathiek.
Zijn vroege terugkeer wekt ook bewondering op, want de weersomstandigheden zijn dan natuurlijk ook niet altijd even goed. Zo heb ik een Tjiftjafje in maart in de Oostvaardersplassen getroffen, die niet anders kon dan onderin het riet rondscharrelen op zoek naar voedsel, omdat het hogerop gigantisch waaide en ik me, bij wijze van spreken, nauwelijks staande kon houden.
Kortom: de Tjiftjaf is een super leuk vogeltje en ik kan niet wachten tot ik ze in het voorjaar weer hoor. Laat maar komen!
(Al moet ik hier een heel kleine aantekening bij maken: ik heb een keer in het voorjaar door de Weerribben gevaren en werkelijk óveral waar we waren, hoorde je tientallen Tjiftjafjes tjiftjaffen. Hierin lijkt “overdaad schaadt” toch redelijk van toepassing…)