Matkop, Glanskop, Glanskop, Matkop… Dat is de vraag… Ik stelde deze andersom bij de Glanskop en zo kun je door blijven gaan. Wanneer ik in een nat terrein loop, zoals de Oostvaardersplassen en de Wageningse Nevengeul en ik zie een dergelijk Meesje, dan ga ik er direct vanuit dat het om een Matkopje gaat.
De scheiding is minder scherp dan ik misschien zou willen, maar toch lijkt dit aardig te werken. Vanuit de schuilhutten op de heide en in het bos denk ik altijd met de Glanskop te maken te hebben.
Feit is dat beide Meesjes erg leuk zijn om te zien en dat het erg lastig was dit van de Matkop vast te leggen. Omdat ze volgens mij niet op de heide voorkomen, zie ik ze dus meestal in een aardig donker wilgenbos waar ze razendsnel over de omgevallen boomstammen scharrelen op zoek naar voedsel. De omstandigheden en de snelheid waarmee ze dit doen, maakt het erg lastig om ze goed vast te leggen, maar een aantal keer is het me dan toch gelukt.
Op één of andere manier vind ik ze altijd wat liever overkomen dan de Glanskopjes. Wat zachter, wat wolliger.
Maar deze omschrijving heb ik nog niet teruggevonden in de vogelboeken. Ik zal het dus bij het biotoop moeten houden en het geluid beter moeten leren. En natuurlijk achteraf de foto’s nog een keer heel goed bekijken…
