Het was zo’n koude, gure winterdag Februari 2010, toen ik mijn eerste winterse bezoek aan de Arkemheense Polder bracht. Ik weet nog dat het goed koud was en dat nog niet helemaal wegwijs was in het gebied en daarom aan de rand en aan de verkeerde kant van de doorgaande weg bleef (links op de rotonde). Daardoor had ik wel meer tijd om bij het gemaal te gaan kijken, iets wat er tegenwoordig vaak bij inschiet en kreeg ik zicht op een Dodaarsje. Deze zwom bij het gemaal en ik kreeg de kans hem goed te observeren. En vanaf dit moment had ik een zwak voor Dodaarsjes. Wat een klein, dapper Fuutje! Het water bleef alleen iets open omdat er wat stroming stond, maar ik kreeg het ijzig koud toen ik zo naar hem zat te kijken… Later kwam ik ze vaker tegen, ook in broedkleed, wat ze ook nog eens heel mooi maakt. De omstandigheden waren ook anders: bijvoorbeeld 1 keer in Zuid-Spanje bij +30°. Ook hier leken ze goed te gedijen, dus ze kunnen zich schijnbaar overal aanpassen. Maar eerlijk gezegd zie ik ze het liefst gewoon in Nederland, in het voorjaar in hun prachtkleed. Dan vind ik ze op hun mooist…