browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (Vardø & Hornøya) 7 juni

Posted by on 7 juni 2019

 

Dag 7

Toen ik contact opnam met Thormod Amundsen van Biotope toen ik voor de eerste keer naar Varanger zou komen, vroeg ik hem wat ik zeker zou moeten doen als ik er zou zijn. Zijn antwoord was onomstotelijk: minstens 1 bezoek aan Hornøya. Ik ben er toen inderdaad naartoe geweest en het was inderdaad ontzettend spectaculair en zeer de moeite waard. Mijn dagen begonnen op te raken en het werd dus tijd weer naar het oosten af te reizen en Vardø en Hornøya te gaan bezoeken.

Hornøya: Vogeleiland!

Een enorm voordeel van deze tijd is dat er geen sneeuwstormen zijn. Daarom zat ik toch wat geruster in de auto toen ik die kant opging en de rit verliep voorspoedig. Niet dat ik er nu heel vroeg was. Zoals ik al eerder gemerkt had, begonnen het intensieve vogelen, de lange autoritten en de lange dagen een beetje op te breken. Ik was dus weer rustig begonnen voor de birdfeeder en was uiteindelijk pas om 10.30 uur in Vardø. Omdat het al wat later was, besloot ik maar direct een kaartje voor de boot te halen in het Vardø Hotel. Ik vroeg het meisje achter de balie naar de Noordse Sternen kolonie op het dak van het hotel, die ik op verschillende foto’s en vlogs had gezien. Ze vertelde me dat ze er juist alles aan gedaan hadden de vogels weg te houden omdat ze te veel rommel en geluid maakten… Waarschijnlijk zijn er geen bladblazers of brommers in Vardø…

De verschillen tussen Noordse Stern en Visdief in beeld…

Ik ben naar de plaats in de haven gelopen waarvan ik wist dat je je daar moest melden om mee te kunnen met de boot. Er zat nu alleen niemand en iemand wist me te vertellen waar ik dan moest zijn. Toen ik me daar meldde, werd me verteld dat de boot binnen een half uur zou vertrekken, wat uiteindelijk een uur werd. Maar dat bleek geen bezwaar. Vlak bij de aanlegplaats van de boot lag een vlonder in het water en daar zaten verschillende Sterntjes op. Het bleken Visdiefjes én Noordse Sternen te zijn. Nu had ik ze mooi bij elkaar en kon ik de verschillen goed zien. Een Italiaanse vogelaar die net van de boot was gekomen, liet zien dat de vogels prima te benaderen waren als je maar een beetje rustig aan deed, en zo heb ik mooie plaatjes van beide soorten kunnen maken. Ik heb daarna nog even op een bankje zitten wachten op de boot en kreeg gezelschap van een Duits echtpaar. Hij was echt vogelaar en zij was liefhebber en kwam speciaal voor de Papegaaiduikers. Hij hoopte vooral de Brünnich’s Guillemot (ik weiger om de Nederlandse naam te veel te gebruiken…) te gaan zien.

Een paar portretjes…

Bijna een uur later dan ik verwacht had, landden we op Hornøya. Op het water er naar toe zaten al weer 100den, zo niet 1000den vogels en eenmaal aangekomen stormde het geluid van nog eens 1000den vogels ons tegemoet. Ik had eerder, enige tijd voordat ik naar Noorwegen zou gaan, ergens gelezen dat er een rots naar beneden was gekomen en dat het pad niet toegankelijk was. Toen ik dat gelezen had, dacht ik nog dat het in juni wel verholpen zou zijn en was daarom behoorlijk teleurgesteld dat we nog steeds het pad de heuvel op niet mochten gebruiken vanwege het gevaar op vallende stenen. Dat beperkte de mogelijkheid om de vogels een beetje redelijk te zien enorm. Op veel plaatsen had je eigenlijk alleen een kikkerperspectief, dus was het zoeken naar plaatjes die een normaal beeld lieten zien. Een aantal Kuifaalscholvers zat op ooghoogte en ook enkele Drietenen werkten wel mee. Ik was in eerste instantie naar rechts gelopen, naar het begin van het afgesloten pad, in de hoop toch iets dichterbij te kunnen komen. Hier kreeg ik nog wel een koppeltje Alken in beeld en zelfs 2 Papegaaiduikers, maar toch niet helemaal de gewenste beelden. Wel kon ik vanaf hier wat groepsfoto’s van Zeekoeten maken wat dan toch ook wel weer mooi is. Ik kwam het Duitse echtpaar ook weer tegen en zij leken echt teleurgesteld in wat ze zagen. Er waren ook niet veel Papegaaiduikers te zien en Brünnich’s Guillemots waren ook al niet te vinden. Ik ben toen ook maar de andere kant opgegaan. Hier was nu ook een soort van pad aangemaakt, waardoor we als bezoekers toch nog iets te zien zouden kunnen krijgen. Dat bleek inderdaad te werken. In eerste instantie vond ik weer verschillende Kuifaalscholvers, maar hier bleken ook de nodige Papegaaiduikers te zitten. De Duitsers hadden ze ook gevonden en er werd lustig op los gefotografeerd.

Brünnich’s Zeekoet (Kortbekzeekoet) uitgelicht

Ik had eerder eens gelezen dat de Kortbekzeekoeten (toch maar…) hoger op de rotsen op smallere stroken zouden broeden. Vanaf dit punt van het eiland had je goed zicht op dit soort formaties en heb ik intensief de richels allemaal afgezocht om te zien of ik de Koeten kon vinden. Het duurde niet eens zo heel lang of ik had er inderdaad 1! Deze zat aardig verscholen tussen zijn neven, de Zeekoeten, maar ik kon hem eruit pikken. Dat was lekker. Daarna heb ik me ook maar gestort op de Papegaaiduikers. Je kunt/mag dit soort eilanden/kolonies niet bezoeken zonder een overdreven aantal foto’s van deze fotogenieke vogels te maken. Ik denk dat ik daar aardig in gelaagd ben (misschien niet voor Spaanse begrippen) en heb ze in verschillende poses en op verschillende manieren vastgelegd. Wat ik erg mooi vond dat er nu, in tegenstelling tot de vorige keer, een hoop groen om de vogels stond waartegen zij prachtig afstaken. Mijn nieuw verworven Duitse kennis kwam even bij me staan en ik kon hem dus aangeven waar ik een Kortbekzeekoet had zien zitten. Hij had er ook al gezien, dus zijn missie was ook geslaagd. Hij wist ook te vertellen dat de plantjes die overal groeiden, eetbaar waren. Hij demonstreerde dat door een stukje te plukken en op te eten. De smaak zou als dat van Rettich zijn. Ik heb ook een stukje geplukt en geproefd, er voor uitkijkend dat je niet een wit stukje plukt wat naar vis smaakt… Die vogels poepen wat af…
Ik vond die ene Brünnich’s Guillemot toch wel een magere score, zeker omdat ik gelezen had dat er zo’n 500 paar zou moeten broeden op Hornøya. Ik ben de kliffen nog intensiever gaan afzoeken en dat had resultaat! Ik vond heel hoog op één van de richels een groepje van zo’n 10 dieren! Dat was dus al een ver10voudiging van mijn eerste waarneming. Zo hoog moeten fotograferen was best lastig, maar ik heb heel wat foto’s van het groepje gemaakt en ze er in ieder geval duidelijk herkenbaar en dus onmiskenbaar op gekregen.

Love is in the air…

De boot zou ons om 15 uur weer ophalen. We waren dan 3 uur op het eiland geweest en eigenlijk vond ik dat wel best. We waren toch wel behoorlijk beperkt vanwege het afgesloten pad en nadat ik nog wat overzichtsfoto’s van de kolonies én wat close-upjes van de Kuifaalscholver gemaakt had, had ik het idee dat ik ook wel klaar was. Na 10 minuten varen waren we weer in Vardø en ik heb even staan denken wat ik nu wilde doen. Aan de westkant van Vardø ligt Sunddammen, een baaitje waar nog wel eens Strandlopertjes gezien worden. Ondanks dat het enorm aan het dichttrekken was (ik had het gevoel van déjà vu met de eerste keer dat ik hier was en met regelmaat de sneeuwstormen vanaf zee aanrolden…), vond ik dat ik er toch eens moest gaan kijken, aangezien ik hier voorlopig niet meer zou komen. Aan deze kant van het eiland liggen ook het Vardøhus festning, Steilneset minnested en zou er een schuilhut van Biotope op Steilnes moeten zijn. Vanuit de haven reed ik zo naar de oude vesting en parkeerde de auto daar om een stukje te kunnen lopen. In een groot veld wat de vesting omringt, zag ik verschillende Bontbekjes en Kemphanen en ik ben maar weer terug naar de auto gelopen om de fotospullen te halen. Deze mooierds kon ik natuurlijk niet zomaar laten vliegen… Toen ik terug was met de camera kon ik de Bontbekpleviertjes niet direct terugvinden, maar de Kemphanen lieten zich nog wel even zien. Ook een paartje Goudplevieren stak hun koppie even boven het groen uit en daarmee dacht ik dat ik iedereen wel gehad had. Maar een klein vogeltje aan het einde van een hekwerk trok toch mijn aandacht. Het is maar goed dat mijn focus er nog wel even was, want het bleek om een Roodkeelpieper te gaan. Zo kreeg ik deze noorderling zo aan het einde van mijn trip toch nog een keer mooi te pakken.

Vardø: eiland met cultuurhistorie

Daarna ben ik naar de kust van de Bussesundet gelopen om bij Sunddammen te gaan kijken. Ik weet niet eens meer zeker of ik er iets gezien heb, maar als dat zo was, was het niet mogelijk om er foto’s van te maken… Ik ben toen naar het Steilneset minnested monument gelopen, en nog een stukje verder om de schuilhut te zoeken. Net als 2 jaar geleden kon ik hem nu ook niet vinden en ben ik gestopt met zoeken. Het was inmiddels zacht beginnen te regenen en ik had zo’n vermoeden dat het wel eens wat meer zou kunnen worden. Terwijl ik erover dacht om terug te lopen, werden deze gedachten overstemd door een aantal kanonschoten vanaf de vesting. Een luide scheepshoorn volgde daarop en ik vroeg me af wat dat toch zou kunnen zijn. Toen ik weer bij de vesting aankwam, en de regen inmiddels behoorlijk naar beneden kwam, liep een grote groep mensen mij tegemoet om bij de vesting te kijken. Weer terug bij de auto begreep ik het: de Hurtigruten (ofwel Huttegrut) lag aangemeerd en had net zijn lading gelost. Ik benijdde de mensen niet: de hele dag op de boot en dan mag je er af en plenst het…
Ik zat gelukkig droog in de auto en ben rechtstreeks naar de tunnel gereden om de reis naar Vestre Jakobselv weer te ondernemen. Na ongeveer 2 kilometer klimt de weg naar Domen en daar begon het écht hard te regenen. Daarmee was de déjà vu compleet en mijn zicht bijna helemaal verdwenen, net als tijdens de sneeuwstormen. Natuurlijk ging het wel iets makkelijker dan toen, maar toch was ik heel blij toen de weg weer westwaarts afboog en het weer weer beter werd. Ik ga de terugweg niet langer maken dan hij was. Ik heb nog 1 Zeearend vastgelegd en een mooi uitzicht over Ekkerøy. Daarna ging het rechtstreeks naar het hotel om een beetje bij te komen van alweer een zeer geslaagde maar lange dag…
Toen ik daar ’s avonds mijn magnetronmaaltijd zat op te eten, hoorde ik dat Siren bezoek had. Na een tijdje kwam zij met haar gast de eetzaal in en stelde me voor aan Anders Faugstad Mæland. Anders is gids en leidt tours op verschillende plaatsen in Noorwegen en Zweden. Ik had zijn website thuis al wel eens gezien en ik raakte met hem aan de praat. Siren wilde met name weten of zij ook een Wistuitbarmsijs op de birdfeeder kregen en ik kon enkele foto’s aan Anders laten zien die dat konden bevestigen. Aangezien hij het één en ander van Varanger wist, kon ik het niet laten te vragen waarom ik verschillende vogels maar niet kon vinden. Zo hebben we het gehad over de Sneeuwgors. Deze soort zoekt in de zomer de hoogvlakten op en zit daar in gebieden met minimale begroeiing. Verder wist hij mijn, zo langzamerhand grote, frustratie over de Strandleeuweriken nog wat te versterken door te melden dat ze echt overal op Varanger te vinden zijn, zelfs langs de wegen… Als laatste kwam de Velduil nog ter sprake. Siren had al eerder verteld dat ze deze vogels met enige regelmaat nét buiten Vestre Jakobselv ziet op een heuvel aan de rechterkant van de grote weg. Anders had hem aan de andere kant van deze weg gezien, rondom de golfbaan. Ze legde me uit waar ik dan moest zijn en ik nam me voor om het deze avond na het eten nog even te proberen. In Nederland ben ik ik 2X naar Zeeland gereden om deze prachtige vogels te zien, dit moest dan toch zeker ook wel lukken! Nadat ik afscheid van Anders had genomen met de opmerking dat, als ik nog een keer naar Varanger zou komen, ik contact met hem zou opnemen om misschien af te kunnen spreken een paar dagen met hem mee te gaan.
Ik ben ’s avonds na het eten tussen 21 en 22 uur nog naar buiten geweest. Het was donker weer, maar wat het uiteindelijk teleurstellend maakte was de totale afwezigheid van de Velduilen. Ik zag een paar Kemphanen, maar daar bleef het dus bij. Na een uur vond ik het serieus wel helemaal goed en ben ik naar m’n kamer gegaan om te proberen een nacht een beetje bij te komen…
Ik had hierna nog 1 dag en dan was het weer gedaan… Ik wist nog niet goed hoe ik deze dag zou besteden, maar er waren nog wat losse eindjes. Ik zou de dag wel doorkomen…