browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (Komagdalen (Varangerhalvøya nasjonalpark), Ekkerøy) 6 juni

Posted by on 6 juni 2019

 

Dag 6

Ik had me meerdere dingen voorgenomen die ik deze vogelreis wilde gaan doen. Eén van die dingen was een bezoek aan Komagdalen bij Komagvær, wat een bezoek zou betekenen aan een echt toendra gebied en een bezoek aan het Nationaal Park (net als ik in het noorden had gedaan bij Sandfjord). Ook dit gebied staat apart genoemd in het boek met de meest mooie foto’s van een paar van mijn favorieten: IJsgors en Blauwborst. Er stond over het gebied geschreven dat je er ook grote kans had in het voorjaar baltsende Kemphanen te vinden op een lek en dat er op de meren Wilde Zwanen kunnen zitten. Kortom: voldoende redenen om hier een hele dag naar toe te gaan.

Komagdalen en het Varangerhalvøya nasjonalpark

Ik moet wel zeggen dat het intensieve vogelen en de lange dagen een beetje hun tol beginnen te eisen. Ik had daarom de ochtend rustig aan gedaan, ik hoefde vandaag toch niet heel ver te rijden, en ben iets voor 10 uur vertrokken en was om 11 uur in Komagdalen. Er loopt een onverharde weg het gebied in, om te eindigen bij een parkeerplaats waar de toegang is tot het Varangerhalvøya nasjonalpark. Al vrij snel zag ik een Bonte Strandloper en zag ik heel kort een IJsgors in volle zomerpracht weg vliegen. Ik heb het stukje weg waar ik hem zag een aantal keer op en neer gereden, maar vond de Gors niet meer terug. Wel zag ik een prachtig ballet van 2 Kleine Jagers (baltsvlucht?) in de lucht, waarvan er 1 de donkere fase had en de ander de lichte… Na 20 minuten rond deze plek te hebben rondgereden werd mijn wachten toch beloond: eerst liet een vrouwtje van de IJsgors zich heel aardig zien, daarna kwam haar mannetje in beeld en kreeg ik een weer net iets mooier plaatje dan die ik eerder gemaakt had. Daarna ben ik verder gereden om te zien hoe het Park eruit zou zien. De weg eindigde bij een parkeerplaats waar een grote, ijzeren plaat stond waarop aangegeven stond dat hier het Varangerhalvøya nasjonalpark begon. Ik zag een pad lopen dat het park in voerde en heb mijn spullen op m’n rug gehesen en ben het pad gaan aflopen. Aan de rechterkant, op wat afstand, hoorde ik weer een Blauwborst zingen in een soort Wilgenbosje, maar kreeg deze maar niet in beeld. Dus maar weer verder gegaan in afwachting of ik verderop misschien meer geluk zou hebben. Na zo’n 250 meter stond er een Biotope-shelter (van deze wist ik het bestaan niet) waar een bord aan hing met daarop de informatie over de “Komagdalen Bird Trail”. Deze wandeling, van 4,5 kilometer enkele reis, ging over een pad wat het Nasjonal Park verder in liep, en op het bord stond te lezen dat je grote kans zou hebben een aantal kenmerkende soorten van Komagdalen tijdens de wandeling te zien. Laten daar verschillende van mijn wenssoorten tussen zitten! Bij de hut heb ik wat gegeten, waarbij ik even afgeleid werd door een Graspieper die rond een beekje rondscharrelde, waarna ik ben gaan wandelen.

Omdat hij zo mooi is…

Het pad liep een beetje op en neer, maar was prima te belopen en ik vond het heerlijk eens op deze manier Varanger te verkennen. Tot nu toe had ik met name veel kilometers in de auto gemaakt, dus dit was een zeer welkome afwisseling. Jammer was wel dat het weer niet heel geweldig was: het had al even geregend, en er hing een dreigende lucht over het Park… Goed om mij heen kijkend en luisterend liep ik op mijn gemak rond tot ik plotseling een bekende zang hoorde. Het leek sterk op de zang van de Rietgors, maar was toch weer net anders. Ik hoefde niet lang te zoeken naar de zanger. Net als de Rietgors bleek deze IJsgors er ook van te houden boven op een struikje te zitten zingen en zo zag ik hem in volle kleurenpracht tegen een sombere achtergrond. Mooier kon je het niet krijgen! Net als op verschillende andere plaatsen in Varanger bleken ook hier de Watersnippen hun baltsvlucht te demonstreren, en was ik dus weer even afgeleid om te proberen het Hemelgeitje vast te leggen. Omdat ik zo naar de hemel stond te staren kreeg ik de IJsgors die een zangvlucht hield, snel genoeg in de gaten om hem ook vast te kunnen leggen. Op het punt waar het pad een beekje passeerde, ben ik even gestopt om de planten die in deze harde omgeving kunnen groeien én bloeien te bekijken. In het water groeide een soort Dotters met prachtig gele bloemen. Terwijl ik deze aan het fotograferen was, hoorde ik de inmiddels bekende zang dichtbij en keek ik snel op. Een IJsgors was vlakbij in een Wilg geland en bleef eventjes rustig zitten. Zo mooi in beeld had ik hem nog niet eerder gehad en ik heb m’n vinger helemaal lam geschoten! Toen deze geweldenaar gevlogen was, ben ik ook maar weer verder gegaan en vond nog 2 keer een IJsgors in een ander struikje die ook al zo mooi bleven zitten (misschien waren het wel dezelfde als de eerste). Veel tijd om bij te komen kreeg ik niet. Op de rand van het plateau waarover het pad liep, verscheen ineens een Bontbekplevier. Het wit-zwart-bruin lijkt in deze contreien een favoriete kleurcombinatie, want ik herkende ineens de gelijkenis in kleuren met de IJsgors. En terwijl deze gedachten door m’n hoofd speelden, werd ik ineens helemaal wakker geschud. Op dezelfde plek als waar eerder het Bontbekje had gestaan, stond ineens een Kleinste Jager! Dit was absoluut 1 van mijn wenssoorten en hier stond hij: misschien 10 meter van me vandaan en hij leek zich niet veel van me aan te trekken. Ik durfde nauwelijks te bewegen, maar ook nu weer maakte mijn afdrukvinger overuren. Eerder had ik een regenhoes over mijn camera moeten doen, omdat het behoorlijk was beginnen te regenen. Misschien dat ik daarmee iets minder opviel, of hij vond mij gewoon alles behalve interessant, maar de Jager liep op zijn gemak langs het randje waarbij hij wel 1 of 2 keer mijn kant uitkeek. Het bleek dat hij op weg was naar een tweede Jager, waarschijnlijk zijn partner, want daar stopte zijn wandeling en de 2 bleven heerlijk bij elkaar zitten. Wat een uitzicht! Heel voorzichtig ben ik achteruit gegaan om wat afstand te nemen en ben toen weer doorgelopen.
Ik moest nog ongeveer een kilometer lopen, maar de weersomstandigheden werden alleen maar slechter. Ik had niet de indruk dat ik heel veel meer zou gaan zien, dus ben ik weer omgedraaid en ben aan de weg terug begonnen. 2 Verdwaasde Rendieren zwaaiden me uit en een, melancholisch roepende, rondvliegende Goudplevier riep me gedag. De enige die ik op de terugweg nog tegenkwam was een Tapuit. Maar wat voor één: Hij ging er geweldig voor zitten en ik heb deze schitterende vogel eindelijk op zijn mooist vast kunnen leggen.

De plantjes van Varanger…

Bij de hut kwam ik 2 Duitse wandelvogelaars tegen en we wisselden nog wat wetenswaardigheden uit. Zij gingen toch het Park nog even in en ik ben naar de auto gelopen. Op een parkeerplaats die ik op de heenweg ook al had gezien, stond een aantal auto’s en zat een clubje mensen mij vanaf krukjes argwanend aan te kijken. In eerste instantie begreep ik niet goed wat ze aan het doen waren, maar toen ik naar de overkant van het meertje keek waarover zij zaten te staren, zag ik de Kemphanen waar hun camera’s op gericht waren. Ik bedacht ze maar niet lastig te vallen en ben weer doorgereden. Ter hoogte van de plek waar de weg weer tussen enkele zomerhuisjes (het blijft een raar fenomeen) doorliep, moest ik ineens weer in de remmen. Daar pronkte namelijk een Goudplevier zoals alleen een Goudplevier kan (wat zeker niet waar is…) en zag ik heel in de verte op een meertje een koppeltje Roodkeelduikers. Daarmee sloot ik mijn bezoek aan Komagdalen af. Wat een geweldig gebied en wat zou ik daar graag, met iets beter weer, een keer naar teruggaan…!
Op de weg naar het hotel zou ik weer langs Ekkerøy komen. Bij mijn eerste bezoek aan dit schiereiland een paar dagen geleden, was ik een lensdop verloren die ik eigenlijk wel heel graag weer terug wilde. Wat een nog betere reden was om het eiland weer te bezoeken was het nog steeds niet gezien hebben van Strandleeuweriken! Dit zat me toch wel behoorlijk dwars en zodoende besloot ik dus eerst weer op weg te gaan naar Ekkerøy. Vlak na Komagvær buigt de weg af van noord naar west en daalt de weg een stukje waardoor je even een mooi uitzicht hebt over het gebied tussen het Fjord en de weg. Ik zat een beetje voor me uit staren tot ik ineens iets mij tegemoet zag vliegen. Ik moest echt 2 keer denken voor het me te binnen schoot: een Velduil! Zoals ik al eens eerder heb geschreven is een enorm nadeel van de hele weg rondom het Schiereiland het gebrek aan stopplaatsen. Zeker op het stuk waar ik nu reed is er eigenlijk geen goede gelegenheid en ik moest kilometers doorrijden om te kunnen keren. Dat heb ik wel gedaan, tegen beter weten in, en ben weer teruggereden in de hoop de Uil nog te zien. Natuurlijk was dat niet het geval en dus ben ik weer bij Komagdalen gedraaid en weer richting Ekkerøy gereden. Net voorbij Skallelv ligt er een parkeerplaats langs de Ávže-Gállojohka, waar ook een pad dieper het Schiereiland in loopt. De eigenaren van het hostel waar ik verblijf, hebben hier een zomerhuisje aan de rivier en zij hebben me regelmatig verteld over de verschillende vogels die ze hier zien. Eén soort daarvan is de Moerassneeuwhoen wat voldoende reden voor mij was ook hier snel even te gaan kijken. Dat “snel” leek hier niet te gaan werken want de weg was dramatisch slecht, maar het gebrek aan vogels maakte dat ik toch redelijk snel weer richting de hoofdweg ben gegaan. Helaas… Bij het parkeerplaatsje ben ik even gestopt om een jas uit te doen (de zon was gaan schijnen), toen ik ineens iets zag bij een afrasteringspaal van een weiland. Het zat op de grond en toen hij zijn koppie even liet zien, zag ik dat het een Hermelijn was! Ik snel m’n fotospul gepakt wat hem voldoende tijd gaf zich uit de voeten te maken, dus dat was jammer… Op het moment dat alles weer in de auto lag, zag ik hem weer aankomen en stak hij de weg over. Ik had de kleine lens bij de hand en kon nog net 2 plaatsjes maken. Het zijn heel slechte foto’s, maar ik was heel blij met weer een nieuwe soort.

De andere beestjes van 6 juni…

Op Ekkerøy besloot ik het rondje tegengesteld aan de vorige keer te gaan lopen. In het begin van het strand, aan de oostkant van het eiland, vond ik weer verschillende strandlopers en een nieuwe soort voor hier: een Stormmeeuw. Op een gegeven moment vloog er een Kleine Jager recht op me af en was ik snel genoeg om hem ook vast te leggen. Wat een dier! Er vloog ook een koppeltje Noordse Sternen rond, wat altijd leuk is, maar daarmee heb ik de dieren langs het strand wel genoemd. Geen Strandleeuweriken en geen lensdop… Ik ben de heuvel weer opgeklommen, wat de afgrond maakt waar de Drieteenmeeuwen hun nesten hebben. Ik hoopte nog wat mooie beelden van deze vogels te maken, of van de Raven die ik hier eerder gezien had, maar eigenlijk was ik er wel klaar mee. De hele dag (en om helemaal compleet te zijn eigenlijk de hele week al) waaide het enorm hard en was ik het zat om er maar tegenin te moeten blijven gaan. Ook was het stiekem al 19 uur geworden en had ik honger gekregen. Voor de laatste keer deze dag heb ik dus alles weer in de auto geladen en ben naar het hostel gereden. Ondanks het weer was het een heel geslaagde dag geworden in een prachtig gebied. Natuurlijk was het wel een beetje jammer dat ik niet alles waarop ik hoopte te zien heb gekregen, maar alles wat ik wél zag: Wauw!