browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (Barvika & Hamningberg) 3 juni

Posted by on 3 juni 2019

 

Dag 3

Tot nu toe was ik nog alleen naar bekende bestemmingen geweest. Door de winterse omstandigheden tijdens mijn vorige bezoek, was een deel van het Varangerschiereiland niet, of moeilijk, te bereiken. Dit gold ook voor Hamningberg, een onbewoond dorpje aan het einde van de weg in het noord-oosten van het Schiereiland. Vanaf Vardø is de weg in de winter naar Hamningberg, de Sekundær Fylkesveg 341, afgesloten waardoor het dorpje, maar ook alle andere prachtige plekken langs deze weg, dus alleen vanaf het voorjaar te zien zijn. En laat het tijdens dit verblijf van mij nou voorjaar zijn! Dus ben ik, na eerst nog wat mooierdjes bij de birdfeeder van het hotel vastgelegd te hebben, weer aan de late kant vertrokken richting het oosten en richting Hamningberg.

Vardø en Barvika

Toen ik na ruim een uur aankwam bij de splitsing richting Vardø óf de Fv341 ben ik voor het eerst, linksaf, deze weg opgereden om al vrij snel een afslag te nemen naar Smelror. In het boek stond beschreven dat in de velden in dit gebied verschillende interessante soorten te zien zouden zijn, zoals de Temmincks Strandloper of de Watersnip. Geen van deze 2 liet zich zien, maar de dag startte zo’n beetje als gisteren met een Zeearend aan het water. Gisteren pakte dat lekker uit, dus wie wat wat het nu zou brengen… Ik heb ook nog wat foto’s gemaakt van Vardø van deze kant, want zo had ik het eiland nog niet eerder gezien. Ik ben daarna de weg weer opgegaan om naar mijn eerste échte stop te gaan: Barvika. Dit is een drassig gebied, bestaand uit Barvikmyra en Grøhøgdmyra (myra betekent moeras) en is omringd door heuvels. Ook hier staat een shelter van Biotope, de Barvika Gapahuk. Na aankomst heb ik eerst het gebied overkeken vanaf de hoogte waar de hut staat. Er lagen wat meertjes verspreid en van grote afstand kon ik zien dat op 1 van die meertjes een Roodkeelduiker zwom! Weer een soort waarop ik gehoopt had voor deze reis (en ook aangegeven was in het boek voor deze plek…). Het was alleen op een te grote afstand en foto’s maken was uitgesloten. Toen ik het gebied verder bekeek, vond ik een soort van mogelijkheid bij het meertje te komen. In al mijn naïviteit dacht ik door het open terrein te kunnen lopen zonder iets te verontrusten of te verjagen. (Sub)Arctische dieren zijn ten slotte geen mensen gewend en daarom helemaal niet schuchter… Ik ben de heuvel afgedaald en ben richting het meertje gelopen, tot ik ineens een groepje vogels op de rand van een plateau zag. Het bleek een club mannelijke Kemphanen te zijn die nog zeer fraai waren uitgedost. Er zaten zeker 4 verschillend gekleurde heren bij en ik kreeg de gelegenheid ze uitgebreid te portretteren. Nadat ik ze allemaal vastgelegd had, ben ik eerst weer stukje teruggegaan om ze niet te verstoren en daarna weer richting het inmiddels bekende meertje. Toen ik een stukje het gebied ingelopen was, begreep ik heel goed waarom het het achtervoegsel “myra” heeft. Behoorlijk stukken zakte ik tot halverwege m’n knieën in het water waarna ik probeerde van het ene wat hoger gelegen stukje op het andere te springen, wat mijn onopvallende nadering niet helemaal ten goede kwam…
Gelukkig bleek mijn volgende wenssoort niet heel erg onder de indruk van mijn onhandige gespring en bleef zelf even zitten kijken. En zo had ik hem te pakken! Een IJsgors in zomerkleed! Wat een prachtige vogel (eigenlijk zijn heel veel Gorzen dat, zo niet alle, en zijn ze misschien best onderschat…)! Hij gaf me de gelegenheid een paar foto’s te maken en ging er toen vandoor. Dat gaf mij de gelegenheid om me te richten (en m’n camera) op een andere interessante scene. In een ander meertje dan waar de Roodkeelduiker in zat, zwom een koppeltje IJseenden. En dat was de zoveelste …tig. Ik begon de tel kwijt te raken over de prachtige vogels die ik tot nu toe gezien had. Ook deze soort kende ik natuurlijk uit Nederland en van mijn vorige bezoek aan Varanger, maar oh: wat zagen ze er nu fantastisch en anders uit! Van stralend wit in de winter tot deze donkere verschijning nu. Een enorme metamorfose. Nadat ik dit schitterende koppeltje op de foto had en ik de Duiker weer iets meer wilde benaderen, zag ik tot m’n grote teleurstelling (en niet per se verbazing) de Roodkeelduiker overvliegen. Het plan leek dus minder waterdicht dan m’n nieuwe schoenen…

De eindeloze weg en Persfjord

Ik ben weer half wadend richting de de hut geploeterd, onderwijl nog een blurry foto van een Bonte Strandloper gemaakt, en kwam iets anders uit dan ik waar ik op de heenweg gestart was. De luid blatende Watersnip hielp misschien niet om koers te houden, maar ook de opgewonden geluiden uit weer een ander meertje deden dat zeker niet. Op dit watertje bleek een koppeltje Grauwe Franjepoten te zitten en daar kun je er eigenlijk geen genoeg van zien! Ik ben een beetje aan de rand van het water gaan zitten en kreeg zo de kans om nog net weer wat mooiere plaatjes te maken dan op Vardøya. Eén van de Kemphanen van het begin leek me te zijn achtervolgd en streek neer naast het meertje. Ook kreeg ik nog een Kleine Jager in m’n zoeker, maar het mooist vond ik m’n vondst van een Roodkeelduiker, waarschijnlijk broedend. Het was bij weer een ander watertje en op grote afstand. Het dier zat op een soort eilandje aan de rand van het water en was zelfs redelijk verscholen. Deze vogel wilde ik zeker niet verstoren en ik ben op afstand gebleven en heb zelfs zo nog heel aardige foto kunnen maken. En zo leek allemaal goed te komen! Het werd wel zo’n beetje tijd om verder te gaan en ben ik het heuveltje weer opgeklommen. Het zicht op de broedende vogel bleek van hier zelfs nog iets beter en zo heb ik hier de laatste foto’s van gemaakt voordat ik weer verder ben gegaan. Toen ik nog even bij de hut ging kijken bleek dat het niet helemaal goed was wat ik gedaan had: in deze tijd van het jaar mag je het gebied niet betreden en alleen vanaf de hut observeren… Oeps… Toch had ik niet het idee dat ik veel vogels verontrust had en zo kon ik gerust mijn trip van deze dag vervolgen.
Na zo’n 5 km over een soort hoogvlakte te hebben gereden, kwam ik bij het punt waar de weg weer ging dalen en kreeg ik een overweldigend uitzicht over de Barentszzee en de Noorse kust! Wat een prachtig vergezicht over Prestnæringa op de voorgrond en de bergen richting Hamningberg daarachter. In het boek van Biotope stond een aantal plekken aangegeven welke ook zeker de moeite waard zouden zijn om even halt te houden en rustig rond te kijken. De eerste van deze “baaien” was Persfjord. Ik kon de auto parkeren net voorbij de brug over de monding van de Vesterelva en zag toen ik stilstond, een koppie boven een duintje aan de overkant van de weg uitsteken. Een Goudplevier kwam even kijken waar al dat rumoer vandaan kwam en nadat hij zag dat het niks was, kwam hij iets verderop boven op een heuveltje staan. Weer zo’n prachtige verschijning! Er waren aan het water 2 mannen ook druk bezig van alles te fotograferen, maar ik kreeg niet helemaal in de gaten waar ze toch mee bezig waren. Ik heb ook even bij het water gekeken, maar alleen een Graspieper maakte dit uitstapje niet helemaal voor niks en ik ben weer naar de auto teruggelopen. En bij de auto aangekomen zag ik op een reling van de brug een kleine wader zitten en ondanks dat ik hem nog nooit gezien had, wist ik meteen wat het was: een Temminck’s Strandloper! Weer kon ik een nieuwe soort bijschrijven, wat heerlijk! Maar ik wilde natuurlijk verder en ben weer in de auto gestapt en ben naar Sandfjord, het volgende mooie gebied, gereden (tussen deze 2 plekken ben ik misschien maar 172 keer gestopt…: achter elke bocht of heuvel verscheen weer een ander prachtig vergezicht…).

Sandfjord en het Varangerhalvøya National Park

Ook voor dit gebied had het boek van Biotope me geïnspireerd. Niet in de minste plaats omdat bij dit gedeelte een foto van een Smelleken was geplaatst, alsook eentje waarop een Bosruiter en IJsgors op één struikje zitten. Het zal je maar overkomen… Een tweede rede om naar Sandfjord te gaan, was dat er hier ook een weg naar het Varangerhalvøya National Park begon. Ik wilde heel graag naar dat punt om eens de echte toendra te zien. Maar eerst ben ik gestopt aan de overkant van de Sandfjordelva omdat hier de plek was waar die struikjes stonden van de foto uit het boek. In eerste instantie werd ik alleen heel erg op de proef gesteld door een geluid wat ik heel hoog in de lucht hoorde. Toen ik de maker ervan in beeld kreeg, heb ik 1 foto kunnen maken en thuis kon ik eindelijk zien (na heel ver uitvergroten) dat het een Temminck’s Strandloper was. “En dat is 2…” En toen werd ik weer even onrustig: een Blauwborst landde vlak bij me en scharrelde wat rond. Na korte tijd verdween hij in de struiken en hoorde ik hem zingen (ik herkende de zang van de eerste dag). Ik kon hem aardig naderen, maar op het moment dat ik de spullen klaar had staan, vloog hij weg… Ik heb daarop het gebiedje nog wat verder afgezocht, maar vond hem niet meer. Daarom ben ik maar even naar de waterkant gelopen en zag ik een soort van oude bekende: de nationale vogel van Noorwegen scharrelde over grote rotsblokken rond. Deze Zwartbuikwaterspreeuw (Cinclus cinclus cinclus) gunde me 2 foto’s en was toen gevlogen (dit is dus hetzelfde “type” als degene die ik januari 2016 bij Warnsveld had gefotografeerd, maar een ander “type” als eerder in Schotland (Cinclus cinclus gularis) en later in Frankrijk, wat Roodbuikwaterspreeuwen (Cinclus cinclus aquaticus) waren). Dit was ook weer zo’n ontmoeting waar je op hoopt, en die je niet kunt plannen. Toen ik mij weer door het struikgewas geworsteld had, kwam ik weer bij de parkeerplaats en hoorde ik de, inmiddels steeds bekendere, zang weer. De Blauwborst zat nu in de top van een struik aan de overkant van de weg te zingen. Hij had helaas weinig rust in de billen en vloog weer de weg over om weer bij de parkeerplaats te komen rondscharrelen. Ik kreeg hem nu heel mooi in beeld, maar zingend is natuurlijk wel mooier… Ik ben daarna weer in de auto gestapt en richting het Nationaal Park gereden. De, héél smalle, weg voerde evenwijdig aan de Sandfjordelva wat hele mooie beelden gaf, maar weinig vogels liet zien. Wel werd ik de hele plek begeleid door zingende Koperwieken en Fitissen. Het was heerlijk stil wanneer ik even stil stond en dan hoorde je er bijna elke keer weer 1 zingen wat een heerlijk gevoel gaf. Ik was wel blij toen ik de toegang tot het Park bereikt had. De weg was niet zo best geweest en passeerpunten waren er ook niet heel veel… Het uitzicht was dan wel weer erg de moeite waard. Een volstrekt leeg landschap met ook hier op de achtergrond een zingende Koperwiek. Wat wil een mens nog meer…? Maar goed: ik was nog steeds niet in Hamningberg en wilde dat wel heel graag zien, dus ik ben weer ingestapt en heb de terugweg iets vlotter weer afgereden.

Hamningberg!

En na 5 mooie, bochtige kilometers bereikte ik eindelijk Hamningberg. Alsof het in scene was gezet kreeg ik daar als eerste een Kramsvogel in beeld. In het boek stond beschreven dat in de verlaten tuinen deze vogels, maar ook Koperwieken en andere soorten, te zien zouden zijn. Er bleken toch ook verschillende mensen te zijn, waarschijnlijk eigenaren van een zomerhuisje hier. Ik ben toen het schiereiland overgestoken en heb daar een wandeling langs het water gemaakt. Aan het einde van het pad had ik weer een prachtig uitzicht over de Barentszzee en heb hier zitten lunchen in het gezelschap van een Paarse Strandloper.

Ruige rotsformaties en lieflijke plantjes…

Ik vind het ook zo machtig om te zien hoe weer en aardse krachten het landschap kunnen vormen en bijvoorbeeld rotsen eruit kunnen laten zien als bladzijden van een boek… Weer terug aan het begin van het wandelpad heb ik nog even gesproken met een paar Britse reizigers. Ook zij waren al 3 maanden op pad en hadden het plan weer een keer in oktober in Engeland terug te zijn. Ze hadden nog wat dingen te bekijken… Even voordat ik de auto in wilde stappen, bedacht ik dat ik de baai nog even af moest speuren en zo vond ik een Zeearend aan de overkant van Skjåvika. Hij zat ver weg, maar het gaf wel een schitterend plaatje! In het water voor de Zeearend zwom nog een groep Grote Zaagbekken die kennelijk niet bang hoefden te zijn voor deze gigant. Na een laatste blik over Skjåvika en de Barentszzee ben ik weer in de auto gestapt en heb de reis naar huis weer ingezet. Ik moest me echt inhouden om nu niet ook weer voor en na elke bocht te stoppen voor een foto, want het was inmiddels 17 uur en het was dus nog wel een stukkie naar huis. Toen ik de kustweg weer helemaal weer afgereden had en ik weer ter hoogte van Barvika was, moest ik toch even stoppen bij een meertje waar ik een aantal vogels in zag zwemmen. Het waren een aantal Pijlstaarten en Kuifeenden. Ik vind Kuifeendjes erg leuk om te zien, maat die Pijlstaarten zijn echt geweldig! Wat een schitterende Eenden zijn dat toch! Tot mijn verdriet heb ik nog steeds geen heel mooie foto’s van ze kunnen maken, en ook deze keer ging dat niet. De afstand was veel te groot en ik zag geen mogelijkheid dichterbij te komen… Het was nog maar een klein stukje naar de schuilhut van Biotope en ik bedacht, nu ik er toch was, hier toch nog maar een keer te stoppen. Na wat speurwerk vond ik weer een koppeltje Roodkeelduikers in een ander meertje en lukte me het zelfs een nieuwe soort vast te leggen: er zwommen ook nog Toppers rond! Weer net anders als de Kuifjes, misschien zelfs wel iets mooier met die zilvergrijze rug, dus het viel me meteen op. Weer terug bij de shelter zag ik weer een Tapuit, waarschijnlijk dezelfde als tijdens mijn eerste bezoek, en daar heb ik mijn bezoek aan Barvika mee afgesloten.
Ik ben bijna in 1 keer naar Jakobselv gereden, maar moest een stop maken net voor Skallelv waar een Zeearend op een bultje in een veld zat. Hij bleef zelfs zitten toen ik enkele foto’s van hem maakte en daarmee was opnieuw de cirkel rond. Hij begon in Smelror met een Arend en nu eindigde hij niet ver voor Jakobselv met weer een Arend.
Het was weer een lange en intensieve dag, maar wat was het geweldig! De noordelijke kust van Varanger is echt prachtig en ik ben ontzettend blij dat ik deze tocht heb kunnen maken. Weer terug in het hotel raakte ik aan de praat met Siren en ik vertelde wat ik nog zo’n beetje voor een plannen had. Ik vertelde haar dat ik nog graag de reis naar, opnieuw, het noorden wilde maken, maar nu via Tana Bru en de weg over de hoogvlaktes van Varanger. Ik wilde aan een excursie naar Zeearenden en Jan-van-Genten proberen mee te doen en de plaatsen Kongsfjord, Båtsfjord en Berlevåg bezoeken. Siren vertelde me dat ze de eigenaar van Arctic tourist, Orjhan, kent die de excursies naar de Jan-van-Genten organiseert en zou wel even bij hem informeren of hij gehouden werd en hoe het weer zou zijn aankomende dagen. Het bleek dat het vanaf de volgende dag het gunstigst zou zijn om te gaan om de dag daarna op excursie te gaan. Hij had nog een plaatsje vrij op zijn boot en ik kon aanschuiven bij een groep Spanjaarden. Dat betekende dat ik de volgende dag weer de nodige kilometers moest gaan maken en dat het tijd werd om te gaan slapen. Het zou weer een lange dag kunnen worden…