browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Noorwegen, Varanger (Nesseby & Vadsø) 1 juni

Posted by on 1 juni 2019

1 Juni, 11 uur 59 daalden we door de wolken en kreeg ik opnieuw een blik op Kirkenes en kon mijn 10 daagse avontuur aan het Varangerfjord bijna beginnen! Na mijn vorige bezoek aan het Fjord in maart 2017, heb ik constant met het gevoel gelopen dat ik daar heel graag naar terug wilde. Wat ik heel graag wilde was het zomerverblijf van de bij ons overwinterende vogels in hun voorjaar bezoeken, om deze wintersoorten in hun voorjaarspracht te kunnen bewonderen. De soorten waar ik dan onder andere aan denk zijn natuurlijk de Sneeuwgors en IJsgors, Strandleeuwerik, Kramsvogel en Koperwiek en als ik daar dan toch zou zijn, zou het helemaal niet vervelend zijn als er eens een Velduil of Sperweruil door het beeld zou vliegen. Natuurlijk hoopte ik ook op de soorten die daar meer door het hele jaar heen voorkomen, eigenlijk, als ik er zo over nadenk, hoopte ik op alles wat maar in m’n vizier zou willen komen.

De reis gaat beginnen!

Door mijn vorige bezoek wist ik een beetje wat me te wachten stond, maar ik vond het natuurlijk ook best spannend: Zou het al echt voorjaar zijn? Zou het noorden nu wel te bereiken zijn en zouden daar nog mooie soorten zitten? Hoe zou het weer zijn in het voorjaar? Hoe zou het zijn om bijna 9 volle dagen met vogelen bezig te zijn? Hoe zou het zijn om 10 dagen van m’n gezin weg te zijn…?
 

Dag 1

Ik had me wel weer grondig voorbereid. Ik had het boek van Biotope weer uitvoerig doorgelezen en de site van Birding Varanger (ook van Biotope) van voor naar achter en weer terug doorgebladerd. De daarin beschreven “Key Sites” heb ik stuk voor stuk goed bekeken om te kunnen inschatten welke vogels er in het voorjaar te zien zouden zijn. Ik had een globaal plan bedacht, wat per dag kon wijzigen naargelang het weer dit vereiste, dat kon beginnen zodra ik de overkant van het Fjord bereikt zou hebben. Ik heb dus snel mijn auto opgehaald, een luxe Golf, heb m’n fotospul vast uitgepakt om het stand-by te hebben en ben vertrokken richting het Varangerschiereiland.
Het weer leek sub-optimaal, het was zwaar bewolkt, maar nog droog en ik schoot lekker op om net voor Neiden een eerste stop te maken. Vanaf dit punt had ik een mooi uitzicht over het Munkefjorden en terwijl ik bezig was daar foto’s van te maken, hoorde ik een eerste zang die ik niet thuis kon brengen. Dat was natuurlijk zo: de vogels die bij ons overwinteren zijn stil en ik ken van de meeste de zang niet. Dat zou nog wel eens lastig kunnen worden… Gelukkig liet de zanger zich na even zien en bleek het een Blauwborst te zijn, maar natuurlijk de roodgesternde variant! Vastleggen lukte niet, maar nu ik het geluid een keer gehoord had, zou het wel blijven hangen. Het leek een beetje op de zang van de witgesternde vogels van ons, wat klank betreft, maar dan een ander liedje. Ik hoopte van harte dat deze prachtige soort nog een keer voor de camera zou willen gaan zitten. Bij Neiden passeer je de Njávdánjohka en wel op het punt waar de rivier door de Skoltefossen waterval loopt. Dat was nog wel even de moeite waard om te stoppen. Massa’s smeltwater perst zich hier door een vernauwing wat een spectaculair gezicht én geluid geeft! Ik ontmoette er een Nederlands echtpaar wat al 3 maanden aan het rondtrekken was in hun camper en hoopte in oktober weer terug te zijn… Wat moet dat heerlijk zijn…

Op naar het schiereiland, op naar Varanger!

In het boek van Biotope staat geschreven dat de Noordse Boszanger vanaf een bepaalde datum te vinden is achter de kerk van Neiden. Mijn volgende stop werd dus deze schilderachtige kapel om te horen of de zanger alweer teruggekeerd was. Hij leek er niet te zitten, het was ook nog te vroeg in het jaar, maar er zaten al wel Kramsvogels en weer een zanger die ik niet kende. Dit bleek achteraf een Koperwiek te zijn. Een heel rustig, beetje melancholisch, lied. Deze beide soorten lieten zich ook niet fotografisch vastleggen, maar ik heb wel een geluidsopname van de Koperwiek gemaakt in de hoop de zang beter te leren kennen.
Zonder noemenswaardige stops (behalve op precies dezelfde plek als vanwaar ik de eerste keer het Fjord zo’n beetje voor het eerst zag) kwam ik aan in Varangerbotn. Hier eindigt, of begint, het is maar vanaf welke kant je het bekijkt, het Fjord. Ter hoogte van het Varanger Samiske Museum kun je naar een schuilhut wat uitkijkt over het Fjord en grote slikplaten. Ik hoopte op de nodige steltlopertjes, maar ook deze hielden zich ergens anders op en ik ben maar weer snel verder gegaan naar de eerste stop waar ik écht wat hoopte te gaan zien: Nesseby.
Tijdens mijn eerste bezoek had ik Nesseby ook al aangedaan, maar in het boek van Biotope stond beschreven dat deze plek zeer geschikt was voor vogelen in het voorjaar en daarom had ik toen niet veel gezien. Vol goede moed ben ik weer naar het kerkje gereden en zag daar al snel één van de soorten waar ik ook al op gehoopt had. Deze Tapuit liet zich nog niet direct vangen, zodat mijn eerste vogelfoto van deze trip er eentje werd van een prachtige Steenloper. Daarna kwamen de Tapuit en een Bontbekpleviertje langs de waterlijn. Toen ik verder het schiereilandje van Nesseby afliep, zag ik een paar vogels waarvan ik wist dat ze ook in Varanger voorkomen, maar ik had ze hier nog niet verwacht. Een groepje Kemphanen liep druk foeragerend rond en zo kreeg ik mijn eerste foto’s van de prachtig uitgedoste mannetjes. Verder zat er op de punt van Nesseby niet veel en ben ik weer teruggegaan naar de waterkant. Een Tureluurtje en een Witte Kwikstaart lieten zien dat zij echte bikkels zijn en dus zelfs hier terug te vinden zijn. Van de Bonte Strandloper had ik het wel een beetje verwacht, maar deze had zijn mooiste zomerpak aan!
De slikken aan beide kanten van Nesseby waren rustig met vogels en ik ben verder gereden richting Vestre Jakobselv waar ik weer bij Siren en haar man Jan-Eilif Jankia in Varangertunet zou overnachten. De vorige keer was dit zeer goed bevallen en het was dus geen moeilijke keuze te bedenken waar ik deze keer zou verblijven. Op weg naar Vestre Jakobselv rijd je parallel aan de kustlijn en kom je onder andere door Mortensnes. In het boek stond al genoemd dat je een grote kans had de Ruigpootbuizerd te zien en ik was nog niet hier of ik zag er ééntje vliegen! Ik kon daar lastig stoppen en bedacht dat ik ze waarschijnlijk later nog wel eens zou zien. Dat bleek een vergissing…

De Grauwe Franjepootjes met de “gekleurde” dames en “grauwe mannetjes”…

Eenmaal aangekomen bij het hotel werd ik zeer vriendelijk ontvangen en kreeg ik dezelfde kamer als tijdens mijn vorige verblijf. Dat voelde weer heel lekker en nadat ik mijn spullen uitgepakt had, ben ik naar de gezamenlijke ruimte gegaan om nog even met de eigenaren te praten. Het bleek dat ze een Birdfeeder hadden geplaatst welke je vanuit deze ruimte kon bekijken. Dat nodigde natuurlijk uit om snel een camera te pakken en wat plaatjes te maken. Algauw verscheen er weer een soort in zomerpluimage waarop ik gehoopt had. Het was een Keep in vol ornaat, en hij wist het… Een paar keer ging hij er heel mooi voor zitten net als een Groenling die ik hier in maart ook al gefotografeerd had.
Ik had me voor de reis zeker 1 ding voorgenomen (een stuk meer dingen, maar dit was de eerste waar ik iets mee kon doen), en dat was naar Vadsø te gaan en dan meteen door naar Vadsøya om naar het meertje aan de oostkant van het eiland te gaan om te zien of er Grauwe Franjepoten zouden zijn. In het boek had ik gelezen dat er wel tot 200 zouden kunnen zitten en dat leek me wel wat! Ik heb dit altijd zo’n prachtige vogeltjes gevonden, zo bescheiden in de winter, maar zo kleurrijk in de zomer en dan komt hij ook nog voor in mijn favoriete vakantiebestemmingen! Aangezien het inmiddels juni is, gaat de zon nagenoeg niet onder in het hoge noorden. Ik kon dus nog rustig om 19 uur gaan, boodschappen doen in Vadsø en door naar de Franjepootjes. Ik had gedacht dat in het struikgewas op weg naar het meertje misschien wat zangertjes zouden zitten, maar ik hoorde alleen een dappere Fitis, die ik niet in beeld kreeg, en verder niets. Daarop ben ik maar snel doorgelopen en bij het meertje aangekomen te zijn bleek het, bijna, te kloppen! Er zwommen talloze Grauwe Franjepoten, geen 200 maar toch, en ik kon ze prachtig zien. In het begin zaten ze nog wat ver weg, maar toen ik een plek niet ver van het water had gevonden, een beetje verscholen, zwommen ze met een bepaalde regelmaat voor me langs en kreeg ik de volgende wenssoort prachtig op de foto. Alleen… Het weer was dramatisch. Het waaide enorm hard en koud en het regende er ook nog behoorlijk bij. Voor de vogels leek het niet heel veel uit te maken (ik zag zelfs een paring in het water), maar om te fotograferen waren het toch wel lastige omstandigheden. Ik besloot daarom dat het mooi was geweest en dat ik terug zou gaan naar het hotel om wat te eten en de eerste resultaten te bekijken. De kop was eraf! Dat smaakte zeker naar meer!
 

 
 
 
 
 
 

De Koperwiek bij Neiden Kapel. Heel zachtjes…